Onontvankelijkheid
Op straffe van onontvankelijkheid wordt een compleet dossier
ingediend ter staving van het voorstel aan de Vlaamse Regering (zie E.Art. 31, § 2, 2de lid).
Onontvankelijkheid betekent: niet vatbaar voor behandeling. De
niet-ontvankelijkheid wordt bepaald door de Vlaamse Regering. Een voorstel
is niet-ontvankelijk als het niet tot een inhoudelijke behandeling komt
omdat er niet is voldaan aan formele vereisten.
De onontvankelijkheid op basis van ontbrekende elementen in
het voorstel, kan in principe gerepareerd worden door de ontbrekende
elementen in het dossier aan te vullen.
Dit geeft aanleiding tot een nieuw onderzoek en eventueel tot
een nieuwe ontvankelijkheidsbeslissing.
Ontvankelijkheid
De Vlaamse Regering onderzoekt het dossier inhoudende het voorstel
van het representatief orgaan tot de wijziging van de gebiedsomschrijving
van een lokale geloofsgemeenschap.
Na dit onderzoek deelt de Vlaamse Regering volgende betrokken
partijen de ontvankelijkheid tot behandeling van het voorstel mee aan: het representatief orgaan, het betrokken
bestuur van de eredienst of besturen van de eredienst, de federale
overheid, de financierende overheid, en in voorkomend geval de adviserende
gemeente (zie E.Art. 31, 1ste
lid).
Termijn 1ste mededeling
De mededelingsplicht geldt slechts
voor een ontvankelijk dossier. De Vlaamse Regering beschikt daarvoor
over een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van de
ontvankelijke aanvraag (zie E.Art. 6).
De aanvang van deze termijn is
aleatoir. Slechts de Vlaamse Regering beslist immers over de compleetheid
van het dossier inhoudende het voorstel tot een gebiedswijziging en
over de ontvankelijkheid.
Het ware beter geweest dat de
Vlaamse Regering binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na
de dag van ontvangst van het verzoek een meldingsplicht werd opgelegd, dat
een voorstel tot gebiedswijziging überhaupt werd ontvangen (Vgl. E.Art. 8).
Adviestermijn
De ingelichte overheden beschikken
over een termijn van 4 maanden om hun advies in verband met het verzoek tot
wijziging van gebied mee te delen aan de Vlaamse Overheid (zie E.Art. 31, 2de lid).
De aanvang van deze termijn wordt
zwak omschreven, namelijk: “Uiterlijk
vier maanden na de kennisgeving”. Er wordt niet verwezen naar de dag van
opmaak van de kennisgeving, er wordt niet verwezen naar de datum van
verzending van de kennisgeving, en er wordt niet verwezen naar de mogelijke
dag van ontvangst van de kennisgeving. Slechts een vermoeden wordt gewekt
dat E.Art. 6 van toepassing is.
In de kennisgeving kan echter een vervaldatum opgelegd worden. De
Vlaamse Regering kan een termijn van 4 maanden impliciet of expliciet
opleggen, met een zin als: “Gelieve uw advies te verstrekken binnen de
termijn van 4 maanden te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van
deze kennisgeving” of “Gelieve uw advies te verstrekken uiterlijk op
dd.mm.jjjj”.
Geen advies
Indien de betrokken overheid zijn advies niet binnen de termijn van
4 maanden verstrekt, dan kan de Vlaamse Overheid het ontbrekende
advies negeren (zie E.Art. 31, 2de lid, in fine).
|