Minimumaantal parochies; wettelijke
verplichting
Het
decreet voorziet per groep van minimum twee1 erkende entiteiten (parochies)
die gelegen zijn binnen eenzelfde gemeente een overkoepelend orgaan: het
centraal kerkbestuur.
Dit
koepelorgaan is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, dat
coördinerend optreedt en de relaties onderhoudt tussen de kerkraden en de
religieuze en burgerlijke overheden. Daarenboven ondersteunt het CKB de
kerkraden en helpt ze met technisch en administratief advies. Als een
kerkraad van de koepel bepaalde accountantshandelingen (zie
Decreet, art.14, 3de t.e.m. 5de lid ) niet
stelt, dan treedt het CKB in haar plaats op (zie Decreet, art. 32 en Omzendbrief BA
2005/01 van 25.02.2005, Littera A. 1ste paragraaf).
Meerdere centrale kerkbesturen
De
oprichting van een centraal kerkbestuur vanaf twee1 of meer
parochies is een wettelijke verplichting. Er is geen vrije keuze. De
oprichting van meerdere centrale kerkbesturen in gemeenten waar 9 of meer
parochies gelegen zijn, is echter aan een erkenning door de Vlaamse
Regering onderworpen. Opnieuw moet een minimumaantal parochies bereikt
worden, namelijk meer dan 8, dit wil zeggen vanaf 9 parochies binnen
eenzelfde gemeente kunnen bijkomende centrale kerkbesturen opgericht
worden.
Openbare instelling met
rechtspersoonlijkheid
Het
centraal kerkbestuur is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid.
Dit houdt in dat het CKB een eigen zetel heeft waar ze juridisch kan worden
aangesproken. Het CKB heeft leden die afgevaardigden worden genoemd,
namelijk verkozen leden en aangestelde leden.
Afgevaardigden
De
verkozen leden zijn ook lid van een kerkraad, aangezien ze verkozen worden
door de vergadering van alle verkozen (aangestelde) leden van de kerkraden (zie
Decreet, art. 27, 1ste lid; Standpunt van de permanente
werkgroep erediensten; datum validatie 13/10/2005). Dit
is een conditio sine qua non. De aangestelde leden, namelijk de
vertegenwoordiger van de Bisschop en de aangestelde expert zijn in principe
geen lid van een kerkraad (zie Decreet, art. 26).
Invloed dalend aantal parochies
Ondanks de aanpassing van het minimumaantal parochies waarbij
een CKB moet opgericht worden, namelijk vanaf 2 parochies (zie Decreet, art. 25 neo), maar rekening houdende met de
voorziene negatieve evolutie van het aantal parochies, zullen er in
meerdere gemeenten geen CKB’s meer opgericht moeten worden.
Daarenboven zal het aantal leden dat het CKB kan omvatten, ook
negatief evolueren (zie Decreet, art. 26). Deze nieuwe toestand is ten zeerste taakverzwarend voor de
resterende leden van het CKB. Deze raad omvat tot 9 kerkfabrieken slechts 5
personen, namelijk 1 vertegenwoordiger van de bisschop, 3 leden en 1
expert, waarvan de 3 verkozen afgevaardigden dan nog het voorzittersmandaat
moeten leveren (zie Decreet, art. 28). Er komt immers slechts een afgevaardigde bij vanaf een
volledige blok van 5 parochies (zie Decreet, art. 26, 2°,a).
De oprichting van bijkomende CKB’s vanaf 9 parochies in
eenzelfde gemeente (zie Decreet, art. 25, laatste
lid) komt bij de negatieve evolutie van het aantal parochies
binnen één gemeente, ook in het gedrang. Rekening houdende met de halvering
van het aantal parochies in het 1ste lid, zou het minimumaantal
van het laatste lid ook moeten
gehalveerd worden (zie Decreet, art. 25, 1ste
en laatste lid).
Inwerkingtreding
Deze
bepaling treedt pas in werking op 01 april 2014,
zodat vermeden wordt dat de nieuw opgerichte centrale kerkbesturen in het
jaar na hun oprichting meteen gedeeltelijk zou moeten worden vernieuwd. In 2014
kan de oprichting van het centraal kerkbestuur worden gekoppeld aan de
gedeeltelijke vernieuwing van de kerkraden (zie Memorie van toelichting van
14.09.2011).
1.
Voorheen “ vier ”.
|