Bindende
afspraken
Het centraal bestuur kan afspraken maken namens de betrokken besturen
van de eredienst en die afspraken zijn in principe bindend. Ze moeten dus
niet meer telkens expliciet worden goedgekeurd door de afzonderlijke
besturen en maken ook geen deel meer uit van het meerjarenplan (zie memorie van toelichting van 14.09.2011).
De
tussenkomst over het beleid van de kerkfabrieken van de gemeente, over het
opstellen van een lijst met prioritaire investeringen, worden gedaan onder
gebonden bevoegdheid van de kerkfabrieken.
Gebonden bevoegdheid
In
tegenstelling tot het verleden, moeten de kerkfabrieken
coördinatietussenkomsten van CKB bij de gemeente respecteren en uitvoeren
of laten uitvoeren. Dit wil zeggen dat de kerkfabrieken er niet meer kunnen
vanaf wijken, dan mits het aantonen van een grove nalatigheid vanwege het
CKB (zie
Decreet, art. 33/1, 1ste lid).
Communicatieplicht
Het
CKB moet de kerkfabrieken inlichten over de ingenomen standpunten en de
beslissingen die eruit voortvloeien (zie Decreet, art. 33/1, 1ste lid in fine). De vorm is niet bepaald, ze kan dus
ook op elektronische wijze gebeuren, maar ze moet gebeuren op een wijze die
bepaald is in gemeenschappelijk overleg met de kerkfabrieken.
Termijnen
Deze
kennisgeving doet de termijn lopen waarbinnen een kerkfabriek beroep kan
aantekenen tegen een genomen besluit. De termijn gaat in de dag na de dag
van de kennisgeving. In dit verband wordt verwezen naar de ontvangsttheorie
(zie Decreet art. 43,
Verzendingstheorie versus Ontvangsttheorie).
Beroepsprocedure
Indien
de kerkfabriek van een ingenomen standpunt door het CKB en de gemeente wil
afwijken, dan moet zij een beroepsprocedure aanvatten bij de gouverneur.
Daarvoor heeft ze een termijn van 30 dagen.
De
klacht moet met redenen omkleed zijn, dit wil zeggen dat ze de grief moet
aantonen waartegen de klacht wordt verwoord (zie Decreet, art. 33/1, 2de lid). Er moet overigens rekening gehouden
worden met de andere partijen, namelijk de gemeente, het CKB, en de
bisschop. Daarom is het aangewezen om de klacht ter kennisgeving aan de
andere partijen toe te sturen.
Gouvernementele afhandeling
De
gouverneur moet op zijn beurt de beslissing in verband met de klacht
meedelen aan de kerkfabriek, het CKB, de gemeente en de bisschop binnen een
termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van de
klacht (zie
Decreet, art. 33/1, 3de lid).
Indien
de gouverneur geen besluit neemt binnen de vooropgestelde termijn, dan
wordt de beroepsklacht geacht te zijn aanvaard. Dit wil zeggen dat de
kerkfabriek van het ingenomen standpunt door het CKB en de gemeente kan
afwijken en het kan negeren (zie
Decreet, art. 33/1, laatste lid).
Niet-verlengbare beslissingstermijn
De
besluittermijn is ogenschijnlijk niet verlengbaar. In tegenstelling tot art. 44, § 1 en § 2, telkens 4de
lid en art. 49, § 2, 4de lid van het Decreet werd geen lid ingevoegd dat bij een
verzoek om (aanvullende) inlichtingen de termijn van onderzoek en
beslissing door de Overheid, verlengt.
Twee soorten kerkfabrieken
Door
het instellen van artikel 33/1 worden de jure twee categorieën van
kerkfabrieken geschapen, namelijk kerkfabrieken die gelegen zijn in een
gemeente met meer dan 1 parochie, en gemeenten met slechts 1 parochie.
Vanaf
2 parochies moet immers een CKB opgericht worden (zie Decreet, art. 25 neo) waarbij artikel 33/1 toepassing
vindt. Indien geen CKB moet opgericht worden, dan vindt artikel 33/1 geen
toepassing.
Een
dergelijke parochie die geen overeenstemming kan vinden met de
gemeentelijke overheid kan zich dan nog slechts beroepen op de Vlaamse
overheid om haar grieven te aanhoren (zie Decreet, art. 59 en 60). Maar dan moet ze eerst het besluit van de gemeente naast zich
neerleggen en de handhaving van haar besluit dat geschorst werd door de
gemeente meedelen binnen een termijn van 100 dagen aan de Vlaamse overheid (zie Decreet, art. 58).
|