CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

Art. 33/2. (De invloed van het kerkenbeleidsplan)1

Dit artikel is nog niet in werking. Hieronder vindt u de eerste "toekomstige versie".

Het meerjarenplan, vermeld in artikel 41, en eventuele wijzigingen ervan, is gebaseerd op een kerkenbeleidsplan.

Een kerkenbeleidsplan is een schriftelijk document dat een lokaal gedragen langetermijnvisie bevat voor alle parochiekerken op het grondgebied van de gemeente. Het is goedgekeurd en ondertekend door het representatief orgaan van de rooms-katholieke eredienst en door het gemeentebestuur.

Het kerkenbeleidsplan bevat minstens al de volgende gegevens:
1°    een beschrijving van de betrokken kerken, met hun cultuurhistorische waarde, hun beschermingsstatuut en hun bouwfysische toestand;
2°    informatie over de eigendomstoestand;
3°    de situering van elke kerk in zijn ruimtelijke omgeving;
4°     een beschrijving van het actuele gebruik en de actuele functie van de betrokken kerken;
5°     een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de toekomstige functie van de betrokken kerken, inclusief een plan van aanpak over de wijze waarop  de toekomstige invulling (eredienst, valorisatie, medegebruik, neven- en herbestemming) kan worden gerealiseerd.

Het kerkenbeleidsplan, of de ondertekende bevestiging van een bestaand kerkenbeleidsplan, is niet ouder dan zes maanden als het meerjarenplan wordt ingediend met toepassing van artikel 42, eerste lid. Als dat nog niet het geval is op het  ogenblik dat het meerjarenplan wordt ingediend, dan kan de gemeenteraad in het meerjarenplan investeringsuitgaven voor het gebouw van de eredienst waarvoor er geen overeenstemming bestaat over de toekomstige functie opschorten tot het ogenblik dat er een aangepast meerjarenplan wordt goedgekeurd dat wel gebaseerd is op een nieuw of herbevestigd kerkenbeleidsplan.

1. Ingevoegd bij Decreet van 10.11.2022 met inwerkingtreding vanaf 01.01.2025.

 

Kerkenbeleidsplan

 

Een kerkenbeleidsplan is een schriftelijk document dat de langetermijnvisie voor alle parochiekerken op het grondgebied van een gemeente bevat. Het wordt opgesteld door het kerkbestuur en is onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring door de bisschop en door het gemeentebestuur (zie Decreet, art.33/2, 2de lid).

 

Langetermijnvisie

 

Het document is mede gebaseerd op het Pastoraal plan, dat door de bisschop is uitgewerkt voor alle parochies van zijn bisdom. Dit pastoraal plan houdt rekening met de voorschriften van het Erkenningsdecreet, met de noodzaak om bepaalde kerken en / of parochies al of niet te bestendigen, geheel of gedeeltelijk, in hun parochiale werking (zie Erkenningsdecreet, art. 14 e.v.).

 

Het pastoraal plan en de emanatie ervan: het kerkenbeleidsplan houdt rekening met de huidige en vooral de toekomstige werking van de parochiekerkgemeenschappen.

 

Na deze optie, wordt het pastoraal plan door de parochiale eenheid uitgewerkt in een plaatselijk kerkbeleidsplan.

 

Op te nemen gegevens

 

1.       Het plaatselijk kerkbeleidsplan omvat gegevens die de oorsprong van eigendom van de kerk en / of pastorie vastlegt (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 3de lid, 2°). Het eigendomsrecht beïnvloedt op directe wijze de eventuele betoelaging voor de werken van groot onderhoud en herstel van deze gebouwen (zie Eredienstendecreet, art. 52/1 § 1).

 

2.       De cultuurhistorische waarde van de gebouwen. De opname en de erkenning van de gebouwen in het Erfgoedplan bepalen op definitieve het statuut en de waarde op erfgoedvlak. De eventuele betoelagingsnorm door een derde-organisatie bij herstel of groot onderhoud van de gebouwen is afhankelijk van deze erkenning (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 3de lid, 1°) en het Subsidiedecreet van 12.07.2013.

 

Het Agentschap Onroerend Erfgoed zal samen met het bureau Endeavour de erfgoedwaarde en het herbestemmingsprofiel van de Vlaamse parochiekerken onderzoeken.

 

3.       Het liggingsplan van de gebouwen in relatie tot zijn omgeving. Is het gebouw een stadszicht, is het gebouw een erkend monument gelegen op een bijzondere plaats in de stad of de gemeente? (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 3de lid, 3°).

 

4.       Het huidige gebruik van de kerk. Wordt de kerk uitsluitend of gedeeltelijk gebruik voor de eredienst? Wordt in de kerk toevallig, geregeld of constant gebruik voor evenementen behalve deze van de eredienst? Wordt de kerk toevallig of bestendig gedeeld met andere geloofsgemeenschappen?

Voldoet deze gedeelde bestemming aan de voorwaarden van nevenbestemming of deelbestemming?

Wat is de actuele functie en door wie wordt het kerkgebouw op huidig ogenblik of in de nabije toekomst gebruikt? (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 3de lid, 4°).

 

5.       Wat is het toekomstig gebruik van het kerkgebouw? Wordt de kerk onttrokken aan de eredienst, geheel of gedeeltelijk gebruikt voor nevenbestemmingen?

De inschatting van eventuele structurele aanpassingen van het gebouw (oppervlakteverdeling, ruimtelijke indeling) met kostprijsraming bij herbestemming (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 3de lid, 5°).

 

Beperkte geldigheidsduur, termijn

 

Om een geactualiseerde beschrijving van de onroerende staat van het kerkgebouw en van het toekomstig gebruik van het kerkgebouw te waarborgen, is bepaald dat de goedkeuring van het kerkenbeleidsplan op het ogenblik van de indiening van het meerjarenplan, niet ouder mag zijn dan 6 maand (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 4de lid).

 

Conditio sine qua non

 

Dit is een dwingende voorwaarde en een conditio sine qua non. Indien het kerkenbeleidsplan werd goedgekeurd op een datum ouder dan 6 maand, dan moet het kerkenbeleidsplan:

 

1.       Geactualiseerd worden;

2.       Voor voorafgaandelijke goedkeuring aan de bisschop worden toegestuurd;

3.       Goedgekeurd worden door het gemeentebestuur.

 

Hoe dit moet bewerkstelligd worden rekening houdende met de installatie van de nieuwe gemeenteraad in de loop van de eerste vijf werkdagen van de maand december van het verkiezingsjaar, en de veronderstelde indieningsperiode van het meerjarenplan die daarop volgt, namelijk ten laatste op een van de eerste vijf werkdagen van de nakomende periode van 6 maand, hetzij in de loop van de vijf eerste werkdagen van de maand juni volgend op het verkiezingsjaar, lijkt mij een administratieve krachttoer voor alle betrokken partijen.

 

Strafbepaling

 

Indien bij het indienen van het meerjarenplan, de goedkeuring van het kerkenbeleidsplan door het gemeentebestuur ouder is dan 6 maand, dan kan de gemeenteraad, de investeringsuitgaven voor het gebouw van de eredienst opschorten tot voldaan is / wordt aan de periodevoorwaarde (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, 4de lid, laatste zinsnede).

 

Deze opschorting is onderhevig aan een voorafgaande beslissing, namelijk de negatieve beslissing van het gemeentebestuur om het meerjarenplan niet te aanvaarden tot op het ogenblik dat een aangepast meerjarenplan wordt ingediend op basis van een goedgekeurde actualisatie van het kerkenbeleidsplan (zie Eredienstendecreet, art. 33/2, in fine).

 

 

 

 

© PéDéWé 08.2012. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar Art. 33/1

Home

Naar Art. 34