Het voorstel
tot wijziging
De bisschop
bevraagt zijn parochies en diverse episcopale organen. Hij wijzigt de parochiegrenzen,
hij stelt nieuwe parochies in, hij heft de oude parochies op.
De bisschop verzoekt bij de Vlaamse regering om de
erkenning van de herbegrensde parochies en van de nieuwe parochies met hun
gebiedsomschrijvingen; hij stelt de intrekking van de erkenning van de oude
parochies voor.
De beslissingsbevoegdheid over deze wijzigingen,
zowel in ambtsgebied als aan de parochies, komt alleen de bisschop toe.
Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan de fusie van parochies, maar
ook aan de begrenzing van parochies in overeenstemming met de
gemeentegrenzen of aan de gebiedshertekening van de parochiegrenzen door
gewijzigde geografische omstandigheden of door nieuwe verkavelingen of
herbestemming van gronden.
De
goedkeuring van de wijziging
De Vlaamse Regering wijzigt de
gebiedsomschrijvingen van de parochie en trekt de erkenning van de oude
parochies in. De Vlaamse Regering erkent de nieuwe entiteiten (zie Decreet, art. 4/1, 1ste
lid, 1ste zin).
De tussenkomst van de Vlaamse Regering beperkt
zich tot de erkenning van de (nieuwe) parochies met hun (nieuwe)
gebiedsomschrijvingen op voorstel van de bisschop. De erkenning van de
fusieparochie kan de afschaffing van oude parochies inhouden, maar kan ook
de gebiedsafstand van de oude parochie betekenen.
De Vlaamse Overheid gaat er
vanuit dat de parochiegrenzen ook beter zouden samenvallen met de
gemeentegrenzen, dit om overleg met de gemeenten eenvoudiger te maken.
De
erkenningsvoorwaarden
De erkenningsvoorwaarden moeten niet opnieuw
onderzocht worden aangezien slechts tot een gebiedshertekening wordt
overgegaan (zie
Decreet, art. 4/1, 1ste lid, 2de zin).
Artikel
2, 2de lid van het Decreet van 07 mei 2004 is een
verwijzingsartikel, namelijk naar artikel 2 van het besluit van 30
september 2005 houdende
vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en
geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten - B.S. 16 december 2005.
In dit besluit worden de voorwaarden vermeld
waaraan het voorstel betreffende de erkenning van
een eredienst en van haar ambtsgebieden in principe moet voldoen.
Volgende elementen worden onderzocht:
·
de identificatie van de plaatselijke
geloofsgemeenschap met haar gebiedsomschrijving en de identificatie van de
bedienaars;
·
de financiële draagkracht van de
geloofsgemeenschap, zowel op roerend als onroerend gebied en op
personeelsgebied ( bezoldiging van de bedienaar);
·
de maatschappelijke relevantie van de plaatselijke
geloofsgemeenschap;
o verklaringen betreffende het onderhouden van de Belgische wetten en
de Belgische Grondwet in verband met:
o het gebruik
van talen in bestuurszaken; de inburgeringplicht van de geestelijke
bedienaars;
o de bescherming van de individuele en de
fundamentele vrijheden en de rechten van de mens.
·
De financiële onafhankelijkheid van derde landen.
Erkenningsprocedure
Wat
de te volgen procedure aangaat, moet door de Vlaamse Regering nog
uitvoeringsbesluiten genomen worden. Traditioneel worden deze procedures
omschreven in omzendbrieven van het
Agentschap voor Binnenlands Bestuur Vlaanderen ( zie Decreet, art. 4/1, 2de
lid).
Vervangend
Decreet
De
Vlaamse Overheid heeft een nieuw Decreet uitgevaardigd, die de erkenningsvoorwaarden
van een geloofsgemeenschap regelt, namelijk :
Decreet
tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de
verplichtingen van de besturen van
de
eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei
2004 betreffende de materiële organisatie en
werking van de erkende erediensten (citeeropschrift: "Erkenningsdecreet
Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021") gepubliceerd op
29.12.2021.
|