De
uitoefening van de eredienst mogelijk maken
De kerkfabriek heeft materiële taken,
maar ook morele verplichtingen. De kerkfabriek creëert als orgaan van de
kerkfabriek de materiële omstandigheden om de uitoefening van de eredienst
mogelijk te maken. Dit wil zeggen dat de kerkfabriek alle daden van bewaring,
beheer en beschikking moet stellen die dienstig en nuttig zijn voor de
exploitatie van de kerkelijke gebouwen.
De
kerkgebouwen onderhouden
De kerkfabriek moet waken dat de
ruimtes die ter beschikking gesteld worden aan de eredienst degelijk worden
onderhouden opdat de bediener van de eredienst er effectief een goed
gebruik van zou kunnen maken. Het onderhoud en de (noodzakelijke)
herstellingen aan de kerk, de pastorie en het andere onroerend patrimonium
is aan haar zorg toevertrouwd.
De
goederen en de gelden beheren
De kerkraad beheert als orgaan van de
kerkfabriek de eigen goederen en de gelden van de kerkfabriek. Maar ze
beheert ook de goederen en / of de gelden die aan de kerkfabriek worden ter
beschikking gesteld. De kerkfabriek moet door zijn kerkraad optreden als
een goed huisvader.
Dit wil zeggen dat de kerkraad als
orgaan van de kerkfabriek de best mogelijke oplossing moet zoeken binnen
haar mogelijkheden om het patrimonium van de kerkfabriek te onderhouden en
te bewaren voor latere generaties of voor de gemeenschap. Streven naar
kostenbesparende maatregelen maken ook deel van haar takenpakket uit.
Het
behoud van de waardigheid van de eredienst
Ten slotte waakt de kerkfabriek over
de materiële omstandigheden die het behoud van de waardigheid van de
eredienst verzekeren. Wat de waardigheid inhoudt of verzekert, wordt door
iedereen anders ervaren. Het betreft normen die onomstreden zijn, waaraan
iedereen zich spiegelt.
De omstandigheden die door een
doorsnee persoon als normaal worden ervaren, is de leidraad. Een mis lezen
in een vuile of niet onderhouden kerk, schaadt aan de waardigheid van de
eredienst. Een orgel dat vals geïntoneerd staat, benadeelt de eredienst.
Een luidruchtig café dat wordt uitgebaat in de omgeving van de kerk tijdens
de erediensten, schaadt ook aan de waardigheid van de eredienst. De
kerkraad zal moeten optreden opdat aan deze hinder een einde wordt gesteld.
|