Bisschoppelijk
voorstel
Op voorstel van de bisschop kan de Vlaamse
regering de samensmelting van twee of meer bestaande en erkende parochies
erkennen. Een samenvoeging van parochies houdt altijd in dat de parochies
worden opgeheven en dat de erkenning van de oorsprongsparochies altijd
verloren gaat. De fusieparochie verkrijgt een nieuwe erkenning op voorstel
van oprichting door de bisschop (zie Decreet, art. 4/3, 1ste lid, 1ste zin).
Basisvoorwaarden
Aan twee basisvoorwaarden moeten voldaan worden.
1. De
bisschop moet een fusievoorstel uitbrengen over twee of meer reeds vroeger
erkende en nog bestaande parochies. Dit wil zeggen dat de
oorsprongparochies reeds zijn (waren) opgericht en erkend bij ministerieel
besluit. Daarenboven moeten de parochies nog bestaan, dit wil zeggen nog
niet afgeschaft zijn bij een ministerieel besluit.
2. De lokale eredienstbesturen kunnen niet worden
opgeheven en samengevoegd zonder dat ook de overeenkomstige entiteiten van
de eredienst door het betreffende
representatieve orgaan worden opgeheven en samengevoegd (zie Draaiboek van 14.06.2011, littera
A., 4de paragraaf in fine).
Communicatieverplichting
De bisschop deelt zijn fusiebeslissing mee aan de
betrokken parochies en aan het centraal kerkbestuur waartoe de parochies
behoren.
Onderscheid
met de oprichting van nieuwe parochies
De oprichting van een nieuwe nog te erkennen
parochie wordt hier niet bedoeld. Daarvoor blijft de gewone regeling van
oprichting en erkenning gelden. De erkenningsvoorwaarden moeten dan vervuld
worden (zie
Decreet art. 4/1, in fine).
Een fusie van parochies kan slechts doorgevoerd worden
wanneer de oorsprongparochies reeds erkend zijn en effectief bestaan.
Een nieuwe parochie is een nieuwe entiteit die
oorspronkelijk niet als parochie reeds was erkend.
Hertekende
parochiegrenzen
De grenzen en de gebieden van de nieuwe entiteit
moeten niet noodzakelijk samenvallen met de grenzen van de samengesmolten
parochies.
Van de herschikking kan gebruik gemaakt worden om
gemeentegrensoverschrijdende parochies te herbepalen binnen de grenzen van
de betrokken gemeenten (zie
Draaiboek van 14.06.2011, littera A. paragraaf 2).
In verstedelijkte gebieden kan bij de samenvoeging
rekening gehouden worden met nieuwe bevolkingsgroepen met andere
geloofsovertuigingen. De organisatie van een centrumkerk binnen de grenzen
van de oude maar gefuseerde parochies kan bij een parochieherschikking
daardoor in hoge mate beïnvloed worden.
Besluit van
de Vlaamse Regering
De overheid moet bij een ministerieel besluit de
herschikking erkennen. Daarbij moet geen rekening gehouden worden met de
bepalingen van het verwijzingsartikel zoals vermeld in artikel 2, 2de
lid van het Decreet van 07 mei 2004 (vergelijk met Decreet, art. 4/1, 1ste lid, 2de
zin).
De erkenningsvoorwaarden moeten niet opnieuw
onderzocht worden aangezien slechts tot een gebiedshertekening wordt overgegaan.
De Overheid gaat er vanuit dat de erkenningsvoorwaarden vervuld (zullen)
zijn, zoals ze in het verleden vervuld waren (zie Decreet, art. 4/3, 1ste
lid, 2de zin).
De ministeriële beslissing vermeldt onder andere:
het fusievoorstel van de bisschop, de datum van oprichting en van erkenning
van de te fuseren parochies, de afschaffing van de oude parochies, de
erkenning van de nieuwe parochies met omschrijving van de nieuwe
parochiegrenzen.
Voorwaarden
en procedure (zie
Draaiboek van 14.06.2011, littera A.):
Vooraf:
-
Het representatief orgaan stuurt de aanvraag naar
de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur. Het dossier bevat volgende
informatie en documenten:
o De beslissing
volgens de eigen regelgeving van de eredienst in kwestie waarbij de
betrokken entiteit(en) van de eredienst word(t)(en) opgeheven. Deze
beslissing moet steeds vermelden dat de beslissing pas in werking treedt
vanaf de datum van inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot
opheffing van het betrokken eredienstbestuur of de betrokken
eredienstbesturen is genomen;
o Een
motivering door het representatief orgaan waarom de samenvoeging wordt
gevraagd;
o De adviezen
van de lokale bestuursorganen in kwestie (geen expliciete goedkeuring), die
door het representatief orgaan worden opgevraagd. De adviestermijn bedraagt
4 maanden (geen vervaltermijn);
o Een opgave
van alle gemeenten of provincies op wiens grondgebied de samen te voegen
eredienstbesturen een territoriaal werkingsgebied hebben en die bijgevolg
bijdragen in de financiering van deze eredienstbesturen;
o Een
geactualiseerde inventaris van de goederen en staat van het vermogen van de
samen te voegen lokale eredienstbesturen, op basis van de laatste jaarrekening
en eventueel aangevuld met mogelijke latere wijzigingen. Dit document wordt
als bijlage gevoegd bij het ministerieel besluit;
o Een
duidelijke beschrijving van de gebiedsomschrijving van het samengevoegde
eredienstbestuur (met plan);
o Een document
van het representatief orgaan waarin wordt aangegeven of er al dan niet een
wijziging komt van het aantal te begeven plaatsen van de bedienaars van de
eredienst en het statuut van de bedienaars van de eredienst;
-
Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur vraagt het advies op over de samenvoeging
van de betreffende gemeente- of provincieraad of -raden. De adviestermijn
bedraagt 4 maanden (geen vervaltermijn);
-
Indien het samengevoegde eredienstbestuur en/of de
afzonderlijke eredienstbesturen gemeente- of provinciegrensoverschrijdend
zijn, vraagt het Agentschap voor Binnenlands Bestuur Vlaanderen daarnaast
het advies van de betreffende gemeenteraden of provincieraden op over de
financiële consequenties (de gewijzigde verdeelsleutel);
-
Agentschap voor Binnenlands Bestuur Vlaanderen
vraagt het advies op van de minister van Justitie, zoals bepaald in het
samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 tot wijziging van het
samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de
Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten,
de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken
en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende
erediensten;
Ministerieel Besluit:
-
In het ministerieel besluit wordt opgenomen dat
alle roerende en onroerende goederen van de samen te voegen
eredienstbesturen, zowel behorend tot het openbaar als het privaat domein,
worden overgedragen aan het samengevoegde eredienstbestuur;
-
In het ministerieel besluit wordt opgenomen dat de
penningmeester(s) van elk op te heffen lokale bestuursorgaan binnen de twee
maanden de eindrekening maakt (met bijhorende inventaris, staat van het
vermogen, e.d.);
Na de goedkeuring door de minister:
-
Een afschrift van het ministerieel besluit tot
goedkeuring van de samenvoeging wordt ter kennis gegeven aan de minister
van Justitie, het representatief orgaan, de gouverneur(s), de gemeente(n),
de lokale eredienstbesturen en desgevallend de betreffende centrale
besturen;
-
Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde
bestuur bestaat uit de leden van het lokale bestuursorgaan van het
eredienstbestuur waarbij het opgeheven bestuur of de opgeheven besturen
zijn samengevoegd. Het lokale bestuursorgaan van het opgeheven bestuur of
de opgeheven besturen houdt van rechtswege op te bestaan;
-
Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde
bestuur blijft dus ongewijzigd – tot de volgende driejaarlijkse vernieuwing
(de bestaande driejaarlijkse cyclus blijft ongewijzigd);
-
Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde
eredienstbestuur neemt kennis van de eindrekening van de penningmeester(s)
van het opgeheven bestuur of de opgegeven besturen, als rechtsopvolger van
het opgeheven lokale bestuursorgaan of de opgeheven lokale bestuursorganen;
-
De penningmeester(s) stuurt een eindrekening naar
de gouverneur ter goedkeuring;
-
Het lokale bestuursorgaan van het samengevoegde
eredienstbestuur verleent de penningmeester(s) kwijting nadat een
eindrekening werd goedgekeurd door de gouverneur;
-
Indien het gemeen recht speciale pleegvormen
vereist voor de overdracht van bepaalde goederen, moeten deze regels
uiteraard nageleefd worden.
Gevolgen:
Dit betekent dat de op te heffen eredienstbesturen
niet langer blijven bestaan en dat het patrimonium en de
gebiedsomschrijving van die besturen worden overgedragen aan een ander
eredienstbestuur (kerkfabriek) (zie Draaiboek van 14.06.2011, littera A, Inleiding, paragraaf 1, in
fine).
Door de opheffing gaan ook alle mandaten van de
lokale eredienstbesturen, de kerkraden, verloren. De penningmeester van de
opgeheven kerkraad moet zijn eindrekening opmaken binnen de 2 maand te
rekenen vanaf de datum van het ministerieel besluit (zie Decreet, art. 56).
De overdracht van het patrimonium, zowel openbaar
als ten private titel, zowel roerend (zie Decreet, art. 4/7) als onroerend (zie Decreet, art. 4/8), van de
rechten en de plichten (zie
Decreet, art. 4/9), de voortzetting van de lopende contracten (zie Decreet, art. 4/10) en de
noodzakelijke opmaak van de eindrekening (zie Decreet, art. 4/11) worden behandeld in het aangepaste
Decreet.
Wat de te
volgen procedure aangaat, moet door de Vlaamse Regering nog
uitvoeringsbesluiten genomen worden. Traditioneel worden deze procedures
omschreven in omzendbrieven van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur
Vlaanderen (
zie Decreet, art. 4/3, 2de lid).
|