Beperking van
bevoegdheden
Vanaf de datum dat de bisschop beslist en bekend maakt dat twee of
meerdere parochies worden samengevoegd, worden de bevoegdheden van de
betrokken kerkfabrieken beperkt. Een waarnemingsperiode begint. Deze
periode zal uitdoven na de erkenning van de fusieparochie bij ministerieel
besluit (zie
art. 4/6, 1ste zin).
Deze beperking is echter niet van toepassing op de
te behouden kerkfabriek.
De wijze van kennisgeving is niet bepaald (zie Decreet, art. 4/3).
Traditioneel gebeurt een kennisgeving mits een aangetekend schrijven ter
post. Maar andere wijzen zijn ook mogelijk. Het voornaamste element
(behalve de inhoudelijke beslissing) is de vaste dagtekening dat aan het
document dat ter kennis wordt gebracht, wordt gegeven.
Aard van de
bevoegdheden
De betrokken kerkraden kunnen geen andere
beslissingen nemen of handelingen stellen dan deze die ofwel rechtstreeks
verbonden zijn aan het dagelijks beheer, ofwel voortvloeien uit lopende
zaken, ofwel die ontstaan uit overmacht (zie art. 4/6, 1ste zin in fine).
Dagelijks
beheer
Tot het dagelijks beheer behoort onder andere het
reinigen of laten reinigen van de kerk; de aanschaf van klein
bureelmateriaal, het betalen van de elektriciteitsrekeningen, enz. Het
onderscheid met lopende zaken is niet altijd gemakkelijk te maken.
In het verleden heeft het Verbrekingshof (vroeger
Hof van Cassatie) gesteld dat (vervang vennootschap door kerkfabriek en
raad van beheer door kerkraad):
Het daden van dagelijks bestuur zijn “die welke
door het dagelijks leven van de vennootschap vereist worden of die welke
zowel wegens hun gering belang als wegens de noodzakelijkheid van een
snelle oplossing de tussenkomst van de raad van beheer zelf niet
rechtvaardigen” (Cass. 17 september 1968, Pas. 1969, I, 61).
Hierbij werden het gering belang en de dringende aard
van de handeling klassiek geïnterpreteerd als alternatieve voorwaarden,
m.a.w. een van beide was voldoende om de handeling onder het dagelijks
bestuur te doen vallen.
Dit resulteerde klassiek in drie soorten
handelingen van ‘dagelijks bestuur’:
- handelingen
die vereist zijn voor het dagelijks leven van de
vennootschap (recurrente handelingen, dit is terugkerende
handelingen);
- handelingen
die niet recurrent zijn, maar een gering (financieel) belang
vertonen;
- handelingen
die niet recurrent zijn, maar die zo dringend zijn dat de raad
van bestuur niet op tijd kan samenkomen.
Maar het Verbrekingshof heeft zijn rechtspraak
aangepast en heeft in haar arrest van 26 februari 2009 deze klassieke
interpretatie verworpen door te stellen dat aan de vereisten van gering
belang en hoogdringendheid cumulatief moet voldaan zijn om te
kunnen spreken van een handeling van dagelijks bestuur (Cass.
26 februari 2009, TRV 2009,
afl. 5, 444, noot C. CLOTTENS).
Dit impliceert dat handelingen die niet behoren
tot het dagelijks leven van de vennootschap (niet recurrente handelingen)
slechts tot het dagelijks bestuur kunnen behoren indien
ze een gering belang vertonen én dermate dringend zijn dat de
raad van bestuur niet tijdig kan worden bijeengeroepen.
Lopende zaken
Tot de lopende zaken behoren de contracten die
bezig zijn, de lopende contracten kunnen worden uitgevoerd, maar geen
nieuwe contracten kunnen worden aangegaan. Bv Een leveringscontract van
stookolie bij oproep.
Lopende zaken houden in dat geen nieuwe
beleidsopties worden genomen. Ook belangrijke beslissingen vallen
hieronder, wanneer ze de afwikkeling vormen van een beleidskeuze die al
voordien genomen is.
Een provider wil op de kerktoren een
zendinstallatie installeren en wil de kerkfabriek daarvoor vergoeden. Het
contract heeft een langdurige looptijd (permanentiegedachte) tegen een
trimestrieel betaalbare vergoeding.
Indien dit contract wordt aangegaan op een
datum vooraleer de beslissing van de bisschop wordt kenbaar gemaakt, dan
zijn de contractuele gevolgen rechtsgeldig en tegenstelbaar aan de
fusiekerkraad. De beleidsoptie was immers al genomen vooraleer de
beslissing van de bisschop was gevallen.
Indien dit contract wordt aangegaan na de
datum van bekendmaking van de beslissing van de bisschop, dan overschrijdt
de kerkraad die in de fusie betrokken is, zijn bevoegdheid en zijn de
ontstane rechtsgevolgen niet tegenstelbaar aan de fusiekerkraad. Dit is
immers een nieuwe beleidsoptie.
Dringende
zaken
Tot de dringende zaken behoren de handelingen die
niet uitgesteld kunnen worden zonder de essentiële belangen van de
kerkfabriek ernstig te schaden. Tot deze categorie horen de handelingen die
noodzakelijk zijn om het patrimonium in stand te houden.
Het regime van de dringende (en noodzakelijke)
handelingen wordt beheerst door het vernieuwde artikel 39 van het Decreet.
Bij
de beoordeling van de concrete omstandigheden moet slechts aan één
voorwaarde voldaan worden: er is spoed vereist bij de uitvoering van werken
om het patrimonium in stand te houden.
Deze
voorwaarde is voldoende: noch de 10 procent meer regel, noch de oorsprong
van de aan te wenden middelen (gewone of buitengewone kredieten), noch het
te besteden bedrag zijn belangrijk. Deze voorwaarde is noodzakelijk: werken
die geen spoed vereisen, behoren niet tot het dagelijks beheer.
Tegenstelbaarheid
Het
begrip tegenstelbaarheid komt
uit het verbintenissenrecht. Met tegenstelbaarheid wordt bedoeld dat een
verbintenis (een contract) externe rechtsgevolgen heeft die een derde moet
eerbiedigen of waarop ze zich kunnen beroepen.
o
Derden moeten het bestaan van overeenkomsten, alsook de gevolgen die een
overeenkomst tussen partijen teweegbrengt, erkennen en ermee rekening
houden, ook al betekent dit een beperking van hun vrijheid.
o
Derden kunnen zich in hun voordeel beroepen op het bestaan van de
overeenkomst tussen derden en op de gevolgen die de overeenkomst
teweegbrengt.
De sanctie
is dat de fusiekerkraad geen rekening moet houden met de daden die
onregelmatig werden gesteld. De leden van de fuserende kerkraden kunnen
individueel en voor het geheel financieel aangesproken worden voor de
handelingen die niet behoren tot de drie voorgaande categorieën (zie
Decreet, art. 4/6, laatste zin).
|