Vernietigen
De Vlaamse Regering kan de besluiten van een
kerkraad of van een centraal bestuur bij een gemotiveerd besluit
vernietigen als het gemeentelijk belang en in het bijzonder de financiële
belangen geschaad worden (zie Decreet, art. 58, § 1), de wet wordt geschonden of het algemeen belang
wordt geschaad (zie Decreet, art. 58, § 2).
Vernietigen houdt in dat het gecontesteerde
besluit geacht wordt nooit te hebben bestaan. Indien er nadelige gevolgen
zouden zijn ontstaan door het gewraakte besluit, dan moeten die hersteld
worden. Die reparatie moet te goeder trouw door de kerkraad of het CKB
worden uitgevoerd.
Hierbij kan verwezen worden naar het BW, artikelen:
1382: Elke daad van de mens, waardoor aan een ander
schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is
ontstaan, deze te vergoeden.
1383: Ieder is aansprakelijk niet alleen
voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door
zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.
Een personeelslid werd door de kerkraad aangenomen
zonder feitelijk overleg met de gemeentelijke overheid. Het college van
burgemeester en schepenen schorst in toepassing van het Decreet, art. 58, § 1, 1ste lid het genomen besluit. De belangen van de gemeente
worden geschaad en de gemeente kan deze bijkomende financiële last niet
dragen. De kerkraad wordt betekend met het met redenen omklede
schorsingsbesluit binnen de termijn voorzien in het Decreet, art. 58, § 1, 2de lid.
De gemeente licht de bisschop, de
provinciegouverneur en de Vlaamse Regering in (zie Decreet, art. 58, § 1, 5de lid).
De kerkraad handhaaft haar besluit met toepassing
van de procedure die voorzien is in art.
58, § 1, 6de lid van het Decreet
en licht onder andere de Vlaamse Regering in. Het personeelslid blijft
verder werken.
De Vlaamse Regering vernietigt het gehandhaafde
besluit. De aanstelling van het personeelslid wordt vernietigd. De kerkraad
zal de gevolgen van de vernietiging zelf moeten dragen. Zij staat in voor
de gemaakte loonkosten tijdens de periode dat het personeelslid heeft
gewerkt. En zij staat daarenboven in voor de sociale verplichtingen die het
ontslag van het personeelslid met zich meebrengen (ontslagvergoeding,
sociale lasten, enz.). Indien er door de gemeente bijzondere kosten zouden
gemaakt zijn tijdens deze procedure, dan zal de kerkraad ook deze kosten
moeten vergoeden.
Termijnen
Het vernietigingsbesluit moet aan de kerkfabriek
en aan het centraal bestuur worden verstuurd binnen een periode van dertig
dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van de notulen bij de
provinciegouverneur of, in voorkomend geval, binnen een termijn van dertig
dagen te rekenen vanaf de dag na de dag van ontvangst van het
handhavingsbesluit bij de Vlaamse Regering (zie
Decreet, art. 59, 2de lid).
Noteren
Het vernietigingsbesluit van de Vlaamse Regering
wordt in de marge en ter hoogte van het gewraakte kerkraad- of CKB besluit
genoteerd (zie Decreet, art. 59, 3de
lid).
Mededelingsplicht
De Vlaamse Regering stelt de provinciegouverneur,
de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan van zijn
vernietigingsbesluit in kennis (zie
Decreet, art. 59, 4de lid).
De hoofdgemeente licht de bijgemeenten in (zie Decreet, art. 52/1, § 3).
Verlenging
van de termijnen
Zoals dat het geval is bij de schorsingprocedure,
kan de termijn worden gestuit door de verzending van een aangetekende brief
waarin de Vlaamse Regering het dossier betreffende het besluit bij het
bestuur van de eredienst of het centraal bestuur opvraagt, of er
aanvullende inlichtingen over inwint (zie
Decreet, art. 60, 1ste lid).
Een nieuwe termijn van 30 dagen begint te lopen vanaf
de dag na de dag van ontvangst van de ingewonnen inlichtingen (zie Decreet, art. 60, 2de lid).
Ook de aangetekende verzending van een klacht aan
een toezichthoudende overheid stuit de termijn (zie Decreet, art. 60, 1ste lid in fine;
Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera I, pt. 1.3).
Verval
en nietigheid
Indien de Vlaamse Regering de termijn van 30 dagen
(met zijn eventuele verlengingen na stuiting) laat verstrijken, zonder dat
een vernietigingsbesluit wordt genomen en
meegedeeld, dan wordt de schorsing (opgelegd door de gemeenteoverheid of de
provinciegouverneur) als onbestaande beschouwd. De schorsing is ambtshalve
opgeheven (zie Decreet, Art. 59, 5de
lid).
|