|
||||
Art. 60. (de stuiting van termijn
van schorsing of vernietiging) De termijn waarin de overheden, vermeld
in artikel 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het centraal
kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit als de toezichthoudende
overheid het dossier over dat besluit bij de kerkfabriek of het centraal
kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen vraagt. Als de
toezichthoudende overheid een klacht ontvangt, stuit dat ook de termijn, op
voorwaarde dat die klacht verstuurd wordt op de wijze die de Vlaamse Regering
bepaalt. De dag nadat de toezichthoudende
overheid het dossier of de aanvullende inlichtingen heeft ontvangen, begint
een nieuwe termijn van dertig dagen.1 1. Artikel volledig vervangen bij
toepassing van art. 52 van het Erkenningsdecreet met inwerkingtreding op
29.12.2021. [De termijn waarbinnen de overheden,
genoemd in artikelen 58 en 59, een besluit van de kerkraad of van het
centraal kerkbestuur kunnen schorsen of vernietigen, wordt gestuit door de
verzending van een aangetekende brief waarbij de toezichthoudende overheid
het dossier betreffende dit besluit bij de kerkfabriek of het centraal
kerkbestuur opvraagt of aanvullende inlichtingen inwint. De aangetekende
verzending van een ingediende klacht aan een toezichthoudende overheid stuit
eveneens de termijn. De dag na de ontvangst van het dossier
of van de aanvullende inlichtingen vangt een nieuwe termijn van dertig dagen
aan.] |
||||
© PéDéWé 08.2012. Hoewel de teksten in
de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale
verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven
een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s),
noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt. |
||||
|
||||