Verbodsbepalingen
Verbodsbepalingen
houden in dat leden van de kerkraad onder bepaalde voorwaarden en
omstandigheden niet kunnen deelnemen aan de beraadslaging en / of de
stemming in de kerkraad. Hun lidmaatschap komt hierdoor echter niet in het
gedrang. Het verbod geldt tot in de 4de graad van bloed- of
aanverwantschap van het lid.
Als een
kandidaat(a)t(e) voldoet aan de verkiesbaarheidvoorwaarden, opgesomd in
artikel 9 (en 10) van het decreet, en zich niet bevindt in een van de
gevallen opgesomd in artikel 16 kan hij/zij aangesteld/verkozen.
Leden van de kerkraad
die ook andere mandaten of functies uitoefenen (gemeenteraadslid,
voorzitter van het OCMW-bestuur, burgemeester, lid van het Centraal
Kerkbestuur), alsook leden die een persoonlijk, familiaal of professioneel
belang hebben, rechtstreeks of onrechtstreeks, al of niet strijdig met de
belangen van de kerkraad, moeten de vergadering verlaten bij de behandeling
van deze agendapunten of zich onthouden op te treden.
Een niet-limitatieve
opsomming:
§
het deelnemen aan
besprekingen of stemmingen met een rechtstreeks of onrechtstreeks (via
bloed- of aanverwantschap) en persoonlijk belang;
§
het als advocaat of
notaris tegen bezoldiging optreden voor of tegen het bestuur van de
eredienst. Kosteloos optreden kan wel;
§
het rechtstreeks of
onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten zoals een pachtovereenkomst of
een overheidsopdracht. Zo kan een lid niet zelf of via een tussenpersoon
goederen verkopen aan of kopen van het bestuur van de eredienst.
Deze verbodsbepalingen
zijn geďnspireerd op bepalingen in andere organieke regelgevingen voor
lokale besturen. Voor het definiëren van het rechtstreekse en persoonlijk
belang kan bijgevolg verwezen worden naar de geldende rechtsleer en
rechtspraak. Hieruit volgt dat een aantal voorwaarden gelijktijdig vervuld
moeten zijn:
§
het voor- of nadeel
moet materieel en in geld waardeerbaar zijn, hetzij een verregaand moreel
belang betreffen;
§
er moet een oorzakelijk
verband zijn tussen de beslissing en het voor- of nadeel;
§
het belang moet actueel
zijn;
§
het belang moet
individueel zijn.
Toepassing artikelen (16 en) 20 van
het Decreet
Andere
verbodsbepalingen
Alhoewel niet-expliciet aangeduid bestaan er nog talrijke
andere verbodsbepalingen in het Decreet.
Het afgeschafte artikel 10 van het Decreet is een verbodsbepaling
inzake de maximumleeftijd van een lid van de kerkraad. Maar er geldt wel
een minimumleeftijd die opgenomen is in artikel 9 van het Decreet, namelijk
een kandidaat-lid moet 18 jaar zijn op het ogenblik van de verkiezing van
de leden van de kerkraad.
Toepassing van artikel 9 van het Decreet
Noch de kerkraad, noch het CKB kan geldig vergaderen indien
het aanwezigheidsquorum tijdens de 1ste vergadering niet bereikt
is. Tijdens een 2de vergadering met dezelfde agenda als deze van
de 1ste vergadering kan men wel vergaderen en besluiten nemen.
Toepassing van artikel 19 van het Decreet
De afgevaardigde leden van het Centraal Kerkbestuur kunnen
tijdens de 1ste verkiezingsvergadering niet verkozen worden
indien het aanwezigheidsquorum niet is bereikt. Tijdens een 2de
verkiezingsvergadering kan men wel de afgevaardigden kiezen ongeacht het
aantal aanwezige leden.
Toepassing van artikel 32 van het Decreet
Zowel de kerkraad, als het CKB moet geldig samengesteld zijn
in het aantal leden om te kunnen vergaderen en te besluiten. Dit wil zeggen
dat de kerkraad uit 5 verkozen leden moet bestaan en dat een lid dat tussentijds
ontslag genomen heeft decretaal binnen de 2 maand moet vervangen worden
door een nieuw lid.
Toepassing van artikel 5 van het Decreet
Het CKB is niet geldig samengesteld als er geen expert werd
aangesteld. Zoals de kerkraad, moet ook het CKB het minimum aantal leden
omvatten om geldig te kunnen beraadslagen en te besluiten. Decretaal is
niets voorzien om tussentijds een lid van het CKB te vervangen.
Toepassing artikel 26 en 27 van het Decreet
De afgevaardigde verkozen leden van het CKB zijn lid van een
kerkraad. Indien niet, dan kunnen ze niet verkozen worden. De voorzitter
kan slechts verkozen worden als hij voldoet aan de hoedanigheidvoorwaarde: hij
maakt deel uit van de groep van verkozen afgevaardigden: hij is dus een lid
van een kerkraad.
Toepassing artikel 28 van het Decreet
Noch in de kerkraad, noch in het CKB kan één lid meerdere
bijzondere mandaten verenigen bij toepassing van de cumulregel.
Toepassing artikel 12 en 28 van het Decreet
Onverenigbaarheden
Ten slotte wordt verwezen naar het bestaan van de
onverenigbaarheden die opgesomd zijn in artikel 16
van het Decreet.
Het betreft in het
bijzonder de redenen die verbonden zijn aan familiale (bloed- of
aanverwantschap tot in de 2de graad in rechte lijn of
echtgenoten(s) van de leden van de kerkraad) of bedrijfseconomische
beperkingen (niet werken in bezoldigd dienstverband van de kerkraad).
Aangezien er veel nieuwe gezinsvormen bestaan,
heeft de Decreetmaker de modaliteiten zoals ze werden opgelegd aan de
regelmatig gevormde gezinnen, ook uitgebreid naar de leden van onregelmatig
gevormde gezinnen die wettelijk samenwonen.
|