Aantal te verkiezen leden Centraal Kerkbestuur
Het aantal verkozen leden
dat een centraal kerkbestuur kan omvatten, is afhankelijk van het aantal
parochies dat een CKB vertegenwoordigt.
Er is een minimum
aantal verkozen leden decretaal vastgelegd, namelijk 3 leden voor een
parochiegroep van 5 tot 9 parochies.
Het aantal extra te
verkiezen leden kan variëren en wordt per volledige groep van 5 bijkomende
parochies vastgesteld. Het getal van bijkomende leden wordt afgerond naar
de lagere eenheid.
Een
berekeningsvoorbeeld:
Het CKB vertegenwoordigt
23 parochies binnen de gemeente. Per bijkomende volledige groep van 5
parochies is een extra lid verkiesbaar, hetzij:
1. Berekeningsbasis: 23
parochies minus de 1ste groep van 5 parochies, hetzij 23 – 5 =
18
2. Extra leden: één
extra lid per groep van 5 parochies: 18 / 5 = 3,6
3. Afronding: per
volledige groep van 5 parochies, hetzij: 3,0 extra leden,
namelijk: basisgroep: 1 – 5, volledige groep van 5
=> 3 leden;
1ste bijkomende groep: 6 – 10,
volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;
2de bijkomende groep: 11 - 15,
volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;
3de
bijkomende groep: 16 – 20, volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;
4de bijkomende groep: 21 – 23,
onvolledige groep van 5 => geen bijkomend lid.
4. Algemene formule: (3 + (P n - 5)
/ 5) ≈ L a
waarbij P n =
aantal parochies en L a = aantal leden afgerond naar de lagere
eenheid.
3 + (23 - 5) / 5 = 3 +
18 / 5 = 3 + 3,6 = 6,6 afgerond naar 6 leden.
Het aantal te verkiezen
leden is 3 + 3 = 6 leden.
Toepassing
artikel 26 van het Decreet
Aanwezigheidsquorum
1ste verkiezingsvergadering
De afgevaardigden van de raden in het Centraal
kerkbestuur worden verkozen door een vergadering van alle verkozen
(aangestelde) leden uit de kerkraden. De leden van rechtswege nemen niet deel
aan deze verkiezingen. Zijn leden van rechtswege: de
parochieverantwoordelijke, de vertegenwoordiger van de Bisschop, de (aan te
stellen) expert.
Om geldig te beraadslagen moet de meerderheid van
de leden aanwezig zijn. Het quorum is belangrijk. Indien de presentielijst
uitwijst dat dit minimum aantal niet bereikt wordt, dan moet een nieuwe
datum voor de 2de verkiezingsvergadering vastgelegd worden.
De berekening van het aanwezigheidsquorum is eenvoudig.
De gewone meerderheid moet bereikt worden (zie Meerderheden).
Het aanwezigheidsquorum wordt bereikt wanneer de
helft van de kerkraadsleden + 0,5 of + 1 naargelang het resultaat van de
deling oneven of even is, aanwezig is.
Stel er zijn 23 kerkraden die vallen onder een
Centraal kerkbestuur. De verkozen leden van de kerkraad zijn 5 in getal
(zie Decreet, art. 5). Het totaal aantal kerkraadsleden die op de
verkiezing kunnen aanwezig zijn, is 23 x 5 = 115.
Hetzij: ((23 x 5) / 2) + 0,5 = (115 / 2) + 0,5 =
57,5 +0,5 dit wordt dus 58 kerkraadsleden.
Stel er zijn 22 kerkraden die vallen onder een
Centraal kerkbestuur. De verkozen leden van de kerkraad zijn 5 in getal
(zie Decreet, art. 5). Het totaal aantal kerkraadsleden die op de
verkiezing kunnen aanwezig zijn, is 22 x 5 = 110.
Hetzij: ((22 x 5) / 2) + 1 = (110 / 2) + 1 = 55 +
1 = 56 kerkraadsleden.
Toepassing artikel 27 van het Decreet
Aanwezigheidsquorum
2de verkiezingsvergadering
Indien het aanwezigheidsquorum op de 1ste
verkiezingsvergadering niet bereikt wordt, dan kan een 2de
verkiezingsvergadering belegd worden. Op deze vergadering kunnen de
afgevaardigde leden van het CKB verkozen worden ongeacht het aantal
aanwezige verkozen leden van de kerkraden.
Toepassing artikel 27, 2de
lid van het Decreet
Bijzondere mandaten van het
Centraal kerkbestuur
De voorzitter wordt verkozen onder de afgevaardigden van de
kerkraden. De secretaris-penningmeester wordt verkozen onder alle leden van
het Centraal kerkbestuur. Daar behoren dus ook de vertegenwoordiger van de
bisschop en de expert bij. De mandaten van voorzitter en secretaris zijn
niet cumuleerbaar. Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door het
oudste lid in leeftijd van het Centraal kerkbestuur en de secretaris door
het jongste lid in leeftijd.
Bij de verkiezing van de afgevaardigden met bijzondere
mandaten stemmen alle leden. Dit wil zeggen dat alle leden van het Centraal
kerkbestuur hun stem uitbrengen en niet alleen de verkozen leden.
Men kan slechts voorzitter zijn indien men voldoet aan de
hoedanigheidvoorwaarde: de voorzitter komt uit de groep van de verkozen
afgevaardigden.
Voor de functie van secretaris-penningmeester komen alle leden
van het Centraal kerkbestuur, behalve het lid dat al voorzitter is, in
aanmerking. De voorzitter kan immers niet ter zelfde tijd
secretaris-penningmeester zijn door het cumulverbod.
Is er voor het vacante bijzondere mandaat slechts
één kandidaat, dan verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet
ook deze stembeurt in het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden
tot stemming bij handopsteking of op een andere wijze.
Zijn er meerdere kandidaten dan wordt de kandidaat
met de meeste stemmen verkozen, mits het voorbehoud dat de kandidaat de volstrekte
meerderheid verkrijgt. Indien meerdere kandidaten eenzelfde aantal stemmen
op hun naam verenigen (staking van stemmen), dan wordt voor de functie
overgegaan tot een tweede geheime stembeurt. Staken de stemmen opnieuw, dan
is de jongste kandidaat verkozen.
De stemming gebeurt voor elke functie
afzonderlijk. Men kiest voor de ene functie en daarna voor de andere
functie.
De volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig
uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet
meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt,
wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat
wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere
eenheid.
Daarenboven moet het aanwezigheidsquorum (minimum aantal
aanwezige zittende leden) om geldig te vergaderen vooraf ook bereikt worden
(zie Decreet, art. 19 mutatis mutandis).
Toepassing artikel 28 van het Decreet
Expert van het Centraal kerkbestuur
In het Centraal kerkbestuur
zetelen volgende personen: de vertegenwoordiger van de bisschop; drie
afgevaardigden van de kerkraden voor de groep tot vijf kerkfabrieken en één
extra afgevaardigde per groep van vijf kerkfabrieken; één expert.
De vertegenwoordiger
van de bisschop en de verkozen afgevaardigden van de raden stellen de
expert aan.
Die vertegenwoordiger
en afgevaardigden bepalen in welk domein de expertise gezocht moet worden
(technisch, financieel, juridisch, enzovoort).
In de regel oefenen de
leden van (de lokale raden en) de centrale besturen hun taak onbezoldigd
uit. De aangestelde expert is lid van het Centraal kerkbestuur. Het behoort
tot de autonomie van het Centraal bestuur om uit te maken of de aangeduide
expert moet worden vergoed voor zijn/haar geleverde prestaties, weliswaar
in overleg met de betrokken gemeente. De expert kan niet worden beschouwd
als opdrachthouder in het kader van de wetgeving op de overheidsopdrachten,
zodat hij/zij geen facturen kan voorleggen voor geleverde prestaties. De
problematiek van het handelsregister is hier dan ook niet aan de orde.
Geen expert of meerdere
experten aanstellen is in strijd met de bepalingen van het decreet. De
samenstelling van het Centraal bestuur is decretaal bepaald, zodat hier
niet kan worden afgeweken. Het ontbreken van een expert heeft tot gevolg
dat de raad van het Centraal bestuur niet geldig is samengesteld, met
mogelijks gevolgen voor de geldigheid van vergadering, beraadslagingen en
beslissingen.
Toepassing
van artikel 26 van het Decreet
Uitoefening van
een Bijzonder mandaat door de Expert
De voorzitter wordt verkozen onder de
afgevaardigden van de kerkraden. De secretaris-penningmeester wordt
verkozen onder alle leden van het Centraal kerkbestuur. Daar behoren dus
ook de vertegenwoordiger van de bisschop en de expert bij.
De aangestelde expert kan aldus geen voorzitter
zijn van het Centraal kerkbestuur, maar hij kan wel
secretaris-penningmeester zijn.
Toepassing van artikel 28 van het
Decreet
Kandidaten
Centraal kerkbestuur
Het Centraal kerkbestuur wordt 3-jaarlijks
hersamengesteld. De hersamenstelling van het Centraal kerkbestuur volgt de
periodiciteit van de vernieuwing van de kerkraden.
Het aantal te begeven mandaten wordt vastgelegd.
In verhouding tot het aantal parochies wordt het aantal te begeven mandaten
vastgelegd (zie Decreet, art. 26).
Er wordt bij de leden van de kerkraden een oproep
om zich kandidaat te stellen voor een mandaat in het Centraal kerkbestuur.
De parochieverantwoordelijke kan zich geen kandidaat stellen, aangezien
slechts de verkozen (aangestelde) leden van de Kerkraad in aanmerking
komen.
Ter zelfde tijd wordt het aantal te begeven
mandaten, de verkiezingsdatum en de verkiezingsplaats meegedeeld.
Toepassing artikel 27 van het Decreet
Verkiezingsprocedure
Centraal kerkbestuur
Het Centraal kerkbestuur wordt 3-jaarlijks
hersamengesteld. De hersamenstelling van het Centraal kerkbestuur volgt de
periodiciteit van de vernieuwing van de kerkraden.
De verkiezing verloopt als volgt:
1. Het
aantal te begeven mandaten wordt vastgelegd. In verhouding tot het aantal
parochies wordt het aantal te begeven mandaten vastgelegd (zie Decreet,
art. 26).
2. Er
wordt bij de leden van de kerkraden een oproep om zich kandidaat te stellen
voor een mandaat in het Centraal kerkbestuur. De parochieverantwoordelijke
kan zich geen kandidaat stellen, aangezien slechts de verkozen
(aangestelde) leden van de Kerkraad in aanmerking komen.
3. Ter
zelfde tijd wordt het aantal te begeven mandaten, de verkiezingsdatum en de
verkiezingsplaats meegedeeld.
4. De
presentielijst wordt bekeken. Het aantal aanwezige leden van de kerkraden
wordt vergeleken met het aanwezigheidsquorum. Indien het minimum aantal
leden wordt bereikt, kan men verder gaan met de procedure. Indien het
quorum niet bereikt wordt, dan wordt de procedure afgebroken.
5. De
leden van de kerkraden die kandideren voor een mandaat in het centraal
kerkbestuur, worden voorgesteld. Indien er onvoldoende kandidaten zijn,
wordt alsnog een oproep onder de aanwezigen gelanceerd.
De kandidaten
moeten voldoen aan de vereisten, zowel deze van de onverenigbaarheden, als
deze van de verbodsbepalingen (zie Decreet, art. 9 en art. 16). In principe
zijn aan de onverenigbaarheden en de verbodsbepalingen altijd voldaan.
Indien niet, dan kunnen de kandidaten immers geen lid zijn van de kerkraad.
6. Zijn
er voor de vacante mandaten slechts een gelijk aantal kandidaten, dan
verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet ook deze stembeurt in
het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden tot stemming bij
handopsteking of op een andere wijze.
Zijn er meer kandidaten dan
vacante plaatsen, dan wordt er mits geheime stemming tot de verkiezing
overgegaan. De kandidaten met de meeste stemmen worden verkozen, mits het
voorbehoud dat voor elke kandidaat de volstrekte meerderheid moet bereikt
worden.
De volstrekte meerderheid
wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen
of blanco stemmen worden niet meegenomen in de berekening. De volstrekte
meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte
stemmen op één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel
afgerond naar de hogere eenheid.
7. Indien
meerdere kandidaten eenzelfde aantal stemmen op hun naam verenigen (staking
van stemmen), dan wordt voor deze kandidaten overgegaan tot een tweede
geheime stembeurt. Staken de stemmen opnieuw, dan is de jongste kandidaat
verkozen.
8. Het
proces-verbaal van de verkiezing wordt door de nieuw verkozen leden
ondertekend. De verkiezingsprocedure wordt op de eerstvolgende vergadering
genotuleerd.
Toepassing artikel 27 van het Decreet
Volstrekte meerderheid
De kandidaten van een Centraal kerkbestuur worden verkozen met
een volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden van de
kerkraden.
De volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig
uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet
meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt,
wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat
wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere
eenheid.
Zie Omzendbrief BA 2005/01 dd
25.02.2005, Littera A, pt. 1.2, in fine
|