CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Verkiezingen CKB

Aantal te verkiezen leden Centraal Kerkbestuur

 

Het aantal verkozen leden dat een centraal kerkbestuur kan omvatten, is afhankelijk van het aantal parochies dat een CKB vertegenwoordigt.

 

Er is een minimum aantal verkozen leden decretaal vastgelegd, namelijk 3 leden voor een parochiegroep van 5 tot 9 parochies.

 

Het aantal extra te verkiezen leden kan variëren en wordt per volledige groep van 5 bijkomende parochies vastgesteld. Het getal van bijkomende leden wordt afgerond naar de lagere eenheid.

 

Een berekeningsvoorbeeld:

Het CKB vertegenwoordigt 23 parochies binnen de gemeente. Per bijkomende volledige groep van 5 parochies is een extra lid verkiesbaar, hetzij:

 

1. Berekeningsbasis: 23 parochies minus de 1ste groep van 5 parochies, hetzij 23 – 5 = 18

 

2. Extra leden: één extra lid per groep van 5 parochies: 18 / 5 = 3,6

 

3. Afronding: per volledige groep van 5 parochies, hetzij: 3,0 extra leden,

namelijk:  basisgroep: 1 – 5, volledige groep van 5 => 3 leden;

 

                1ste bijkomende groep: 6 – 10, volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;

                2de bijkomende groep: 11 - 15, volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;

                3de bijkomende groep: 16 – 20, volledige groep van 5 => 1 bijkomend lid;

                4de bijkomende groep: 21 – 23, onvolledige groep van 5 => geen bijkomend lid.

 

4. Algemene formule: (3 + (P n - 5) / 5) ≈ L a

 

waarbij P n = aantal parochies en L a = aantal leden afgerond naar de lagere eenheid.

3 + (23 - 5) / 5 = 3 + 18 / 5 = 3 + 3,6 = 6,6 afgerond naar 6 leden.

 

Het aantal te verkiezen leden is 3 + 3 = 6 leden.

Toepassing artikel 26 van het Decreet

 

Aanwezigheidsquorum 1ste verkiezingsvergadering

 

De afgevaardigden van de raden in het Centraal kerkbestuur worden verkozen door een vergadering van alle verkozen (aangestelde) leden uit de kerkraden. De leden van rechtswege nemen niet deel aan deze verkiezingen. Zijn leden van rechtswege: de parochieverantwoordelijke, de vertegenwoordiger van de Bisschop, de (aan te stellen) expert.

 

Om geldig te beraadslagen moet de meerderheid van de leden aanwezig zijn. Het quorum is belangrijk. Indien de presentielijst uitwijst dat dit minimum aantal niet bereikt wordt, dan moet een nieuwe datum voor de 2de verkiezingsvergadering vastgelegd worden.

 

De berekening van het aanwezigheidsquorum is eenvoudig. De gewone meerderheid moet bereikt worden (zie Meerderheden).

 

Het aanwezigheidsquorum wordt bereikt wanneer de helft van de kerkraadsleden + 0,5 of + 1 naargelang het resultaat van de deling oneven of even is, aanwezig is.

 

Stel er zijn 23 kerkraden die vallen onder een Centraal kerkbestuur. De verkozen leden van de kerkraad zijn 5 in getal (zie Decreet, art. 5). Het totaal aantal kerkraadsleden die op de verkiezing kunnen aanwezig zijn, is 23 x 5 = 115.

 

Hetzij: ((23 x 5) / 2) + 0,5 = (115 / 2) + 0,5 = 57,5 +0,5 dit wordt dus 58 kerkraadsleden.

 

Stel er zijn 22 kerkraden die vallen onder een Centraal kerkbestuur. De verkozen leden van de kerkraad zijn 5 in getal (zie Decreet, art. 5). Het totaal aantal kerkraadsleden die op de verkiezing kunnen aanwezig zijn, is 22 x 5 = 110.

Hetzij: ((22 x 5) / 2) + 1 = (110 / 2) + 1 = 55 + 1 = 56 kerkraadsleden.

Toepassing artikel 27 van het Decreet

 

Aanwezigheidsquorum 2de verkiezingsvergadering

 

Indien het aanwezigheidsquorum op de 1ste verkiezingsvergadering niet bereikt wordt, dan kan een 2de verkiezingsvergadering belegd worden. Op deze vergadering kunnen de afgevaardigde leden van het CKB verkozen worden ongeacht het aantal aanwezige verkozen leden van de kerkraden.

Toepassing artikel 27, 2de lid van het Decreet

 

Bijzondere mandaten van het Centraal kerkbestuur

 

De voorzitter wordt verkozen onder de afgevaardigden van de kerkraden. De secretaris-penningmeester wordt verkozen onder alle leden van het Centraal kerkbestuur. Daar behoren dus ook de vertegenwoordiger van de bisschop en de expert bij. De mandaten van voorzitter en secretaris zijn niet cumuleerbaar. Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door het oudste lid in leeftijd van het Centraal kerkbestuur en de secretaris door het jongste lid in leeftijd.

 

Bij de verkiezing van de afgevaardigden met bijzondere mandaten stemmen alle leden. Dit wil zeggen dat alle leden van het Centraal kerkbestuur hun stem uitbrengen en niet alleen de verkozen leden.

Men kan slechts voorzitter zijn indien men voldoet aan de hoedanigheidvoorwaarde: de voorzitter komt uit de groep van de verkozen afgevaardigden.

 

Voor de functie van secretaris-penningmeester komen alle leden van het Centraal kerkbestuur, behalve het lid dat al voorzitter is, in aanmerking. De voorzitter kan immers niet ter zelfde tijd secretaris-penningmeester zijn door het cumulverbod.

 

Is er voor het vacante bijzondere mandaat slechts één kandidaat, dan verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet ook deze stembeurt in het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden tot stemming bij handopsteking of op een andere wijze.

 

Zijn er meerdere kandidaten dan wordt de kandidaat met de meeste stemmen verkozen, mits het voorbehoud dat de kandidaat de volstrekte meerderheid verkrijgt. Indien meerdere kandidaten eenzelfde aantal stemmen op hun naam verenigen (staking van stemmen), dan wordt voor de functie overgegaan tot een tweede geheime stembeurt. Staken de stemmen opnieuw, dan is de jongste kandidaat verkozen.

 

De stemming gebeurt voor elke functie afzonderlijk. Men kiest voor de ene functie en daarna voor de andere functie.

 

De volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere eenheid.

 

Daarenboven moet het aanwezigheidsquorum (minimum aantal aanwezige zittende leden) om geldig te vergaderen vooraf ook bereikt worden (zie Decreet, art. 19 mutatis mutandis).

Toepassing artikel 28 van het Decreet

 

Expert van het Centraal kerkbestuur

 

In het Centraal kerkbestuur zetelen volgende personen: de vertegenwoordiger van de bisschop; drie afgevaardigden van de kerkraden voor de groep tot vijf kerkfabrieken en één extra afgevaardigde per groep van vijf kerkfabrieken; één expert.

 

De vertegenwoordiger van de bisschop en de verkozen afgevaardigden van de raden stellen de expert aan.

 

Die vertegenwoordiger en afgevaardigden bepalen in welk domein de expertise gezocht moet worden (technisch, financieel, juridisch, enzovoort).

 

In de regel oefenen de leden van (de lokale raden en) de centrale besturen hun taak onbezoldigd uit. De aangestelde expert is lid van het Centraal kerkbestuur. Het behoort tot de autonomie van het Centraal bestuur om uit te maken of de aangeduide expert moet worden vergoed voor zijn/haar geleverde prestaties, weliswaar in overleg met de betrokken gemeente. De expert kan niet worden beschouwd als opdrachthouder in het kader van de wetgeving op de overheidsopdrachten, zodat hij/zij geen facturen kan voorleggen voor geleverde prestaties. De problematiek van het handelsregister is hier dan ook niet aan de orde.

 

Geen expert of meerdere experten aanstellen is in strijd met de bepalingen van het decreet. De samenstelling van het Centraal bestuur is decretaal bepaald, zodat hier niet kan worden afgeweken. Het ontbreken van een expert heeft tot gevolg dat de raad van het Centraal bestuur niet geldig is samengesteld, met mogelijks gevolgen voor de geldigheid van vergadering, beraadslagingen en beslissingen.

Toepassing van artikel 26 van het Decreet

 

Uitoefening van een Bijzonder mandaat door de Expert

 

De voorzitter wordt verkozen onder de afgevaardigden van de kerkraden. De secretaris-penningmeester wordt verkozen onder alle leden van het Centraal kerkbestuur. Daar behoren dus ook de vertegenwoordiger van de bisschop en de expert bij.

 

De aangestelde expert kan aldus geen voorzitter zijn van het Centraal kerkbestuur, maar hij kan wel secretaris-penningmeester zijn.

Toepassing van artikel 28 van het Decreet

 

Kandidaten Centraal kerkbestuur

 

Het Centraal kerkbestuur wordt 3-jaarlijks hersamengesteld. De hersamenstelling van het Centraal kerkbestuur volgt de periodiciteit van de vernieuwing van de kerkraden.

 

Het aantal te begeven mandaten wordt vastgelegd. In verhouding tot het aantal parochies wordt het aantal te begeven mandaten vastgelegd (zie Decreet, art. 26).

 

Er wordt bij de leden van de kerkraden een oproep om zich kandidaat te stellen voor een mandaat in het Centraal kerkbestuur. De parochieverantwoordelijke kan zich geen kandidaat stellen, aangezien slechts de verkozen (aangestelde) leden van de Kerkraad in aanmerking komen.

 

Ter zelfde tijd wordt het aantal te begeven mandaten, de verkiezingsdatum en de verkiezingsplaats meegedeeld.

Toepassing artikel 27 van het Decreet

 

Verkiezingsprocedure Centraal kerkbestuur

 

Het Centraal kerkbestuur wordt 3-jaarlijks hersamengesteld. De hersamenstelling van het Centraal kerkbestuur volgt de periodiciteit van de vernieuwing van de kerkraden.

 

De verkiezing verloopt als volgt:

 

1.       Het aantal te begeven mandaten wordt vastgelegd. In verhouding tot het aantal parochies wordt het aantal te begeven mandaten vastgelegd (zie Decreet, art. 26).

2.       Er wordt bij de leden van de kerkraden een oproep om zich kandidaat te stellen voor een mandaat in het Centraal kerkbestuur. De parochieverantwoordelijke kan zich geen kandidaat stellen, aangezien slechts de verkozen (aangestelde) leden van de Kerkraad in aanmerking komen.

3.       Ter zelfde tijd wordt het aantal te begeven mandaten, de verkiezingsdatum en de verkiezingsplaats meegedeeld.

4.       De presentielijst wordt bekeken. Het aantal aanwezige leden van de kerkraden wordt vergeleken met het aanwezigheidsquorum. Indien het minimum aantal leden wordt bereikt, kan men verder gaan met de procedure. Indien het quorum niet bereikt wordt, dan wordt de procedure afgebroken.

5.       De leden van de kerkraden die kandideren voor een mandaat in het centraal kerkbestuur, worden voorgesteld. Indien er onvoldoende kandidaten zijn, wordt alsnog een oproep onder de aanwezigen gelanceerd.

 

De kandidaten moeten voldoen aan de vereisten, zowel deze van de onverenigbaarheden, als deze van de verbodsbepalingen (zie Decreet, art. 9 en art. 16). In principe zijn aan de onverenigbaarheden en de verbodsbepalingen altijd voldaan. Indien niet, dan kunnen de kandidaten immers geen lid zijn van de kerkraad.

 

6.       Zijn er voor de vacante mandaten slechts een gelijk aantal kandidaten, dan verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet ook deze stembeurt in het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden tot stemming bij handopsteking of op een andere wijze.

 

Zijn er meer kandidaten dan vacante plaatsen, dan wordt er mits geheime stemming tot de verkiezing overgegaan. De kandidaten met de meeste stemmen worden verkozen, mits het voorbehoud dat voor elke kandidaat de volstrekte meerderheid moet bereikt worden.

 

De volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere eenheid.

 

7.       Indien meerdere kandidaten eenzelfde aantal stemmen op hun naam verenigen (staking van stemmen), dan wordt voor deze kandidaten overgegaan tot een tweede geheime stembeurt. Staken de stemmen opnieuw, dan is de jongste kandidaat verkozen.

8.       Het proces-verbaal van de verkiezing wordt door de nieuw verkozen leden ondertekend. De verkiezingsprocedure wordt op de eerstvolgende vergadering genotuleerd.

Toepassing artikel 27 van het Decreet

 

Volstrekte meerderheid

 

De kandidaten van een Centraal kerkbestuur worden verkozen met een volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden van de kerkraden.

 

De volstrekte meerderheid wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere eenheid.

Zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt. 1.2, in fine

 

 

© PéDéWé 08.2012 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar Index

Naar littera S