Aantal te verkiezen leden Kerkraad
De kerkraad bestaat uit vijf leden en de door
het erkend representatief orgaan aangestelde verantwoordelijke van de
parochie of zijn vervanger, die er van rechtswege deel van uitmaakt.
Toepassing artikel 5 van het Decreet
Aanwezigheidsquorum van de
Kerkraad
Na de eerste aanstelling zullen bij de driejaarlijkse
gedeeltelijke vernieuwingen van de Kerkraad, de uittredende leden vervangen
worden door leden die de overige leden van de kerkraad gekozen hebben uit
de lijst van kandidaat-leden.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de aangestelde
vertegenwoordiger van het representatief orgaan een volwaardig lid is van
het bestuursorgaan en bijgevolg aan de stemmingen deelneemt.
Voor het geldig vergaderen van het bestuursorgaan moet het
aanwezigheidsquorum bereikt zijn: de meerderheid van de zittende leden moet
aanwezig zijn. De helft is dus niet voldoende.
Naargelang van het aantal zittende leden waaruit het
bestuursorgaan bestaat, wordt de meerderheid berekend door de helft van het
aantal zittinghebbende leden te vermeerderen met 1 (bij een even aantal
leden) of met 0,5 (bij een oneven aantal).
Het aanwezigheidsquorum is dus afhankelijk van het feit of de
grote of de kleine helft van de Kerkraad wordt herkozen.
Indien de kleine helft wordt herkozen, namelijk 2 van de 5
zittende leden van de kerkraad, dan blijven 3 zittende leden + de
parochieverantwoordelijke over om tot verkiezing van de nieuwe leden van de
kerkraad over te gaan.
Het minimum te bereiken aanwezigheidsquorum is dan: (4 / 2 ) +
1 = 3 leden.
Indien de grote helft wordt herkozen, namelijk 3 van de 5
zittende leden van de kerkraad, dan blijven 2 zittende leden + de
parochieverantwoordelijke over om tot verkiezing van de nieuwe leden van de
kerkraad over te gaan.
Het minimum te bereiken aanwezigheidsquorum is dan: (3 / 2) +
0,5 = 2 leden.
Als dat aantal niet bereikt is, kan niet op een geldige wijze
worden gekozen.
Toepassing van artikel 6 van het Decreet
Gedeeltelijke 3-jaarlijkse
vernieuwing
1.
Bij elke gedeeltelijke vernieuwing van de
kerkraad en staat vast welke leden uittredend zijn: beurtelings de
"kleine" en de "grote" helft. Het aantal uittredende
leden en te begeven mandaten is aldus gekend.
2.
De parochieverantwoordelijke deelt
schriftelijk aan de parochiegemeenschap het aantal te begeven mandaten mee
en verzoekt aan de leden van de parochiegemeenschap om te kandideren.
De uittredende leden zijn herverkiesbaar als zij nog voldoen aan de
verkiesbaarheidvoorwaarden [zie Decreet, art. 9 en art. 16] en zij zich
kandidaat stellen.
Ter zelfde tijd kondigt de
parochieverantwoordelijke de effectieve verkiezingsdatum en
verkiezingplaats mee.
Om alles tijdig klaar te
krijgen wordt aangeraden om die vergadering te plannen in de maand februari
van het verkiezingsjaar.
3.
Op de verkiezingsdag kiezen de
overblijvende zittende leden en de parochieverantwoordelijke bij gewone
meerderheid de nieuwe leden van de kerkraad uit de leden die vermeld zijn
op de lijst van kandidaat-leden.
4.
Het proces-verbaal van de verkiezing
wordt alleen ondertekend door de kiesgerechtigden, d.w.z. de kleine helft
of de grote helft en de vertegenwoordiger van het representatief orgaan.
5.
Het proces-verbaal wordt genotuleerd op
de eerstvolgende vergadering van de kerkraad. Voor de ondertekening van de
notulen gelden de gewone regels.
Vanaf de eerste gedeeltelijke vernieuwing worden
de uittredende leden vervangen door "verkozen" leden. De overige
zittende leden zijn “aangestelde” leden tot hun herverkiezing of
definitieve vervanging.
Toepassing artikel 5 t.e.m. 7 van het
Decreet
Gewone meerderheid
Bij de verkiezing van de mandatarissen van de Kerkraad moet de
gewone meerderheid bereikt worden.
De gewone meerderheid wordt als volgt berekend:
Naargelang van het aantal leden waaruit het bestuursorgaan
bestaat, wordt de meerderheid berekend door de helft van het aantal
uitgebrachte stemmen te vermeerderen met 1 (bij een even aantal leden) of met
0,5 (bij een oneven aantal). De
blanco of de ongeldige stemmen worden meegeteld.
Voorbeeld: als in de raad zes leden zitting hebben, wordt de
gewone meerderheid bereikt bij vier stemmen (de helft van zes + één).
In het geval van vijf leden is de gewone meerderheid drie
leden (de helft van vijf + een half).
Als het aantal geldige stemmen niet bereikt is, wordt de
kandidaat niet verkozen.
Toepassing
artikel 7 van het Decreet en Omzendbrief 2008/01 dd
22.02.2008, deel III, pt. 4
|