|
|
Aanneming
van Werken: Delegatie van de bevoegdheid.
Het is de kerkraad die beslist over het
uitschrijven van een overheidsopdracht. De raad kiest de wijze waarop de
opdrachten gegund zullen worden en stelt de voorwaarden (dat is het bijzonder
bestek) vast. De raad stelt ook de procedure in en gunt de opdracht.
Op deze bevoegdheidsregel bestaan de
onderstaande twee uitzonderingen:
§
voor opdrachten die betrekking hebben op het
dagelijks beheer van het bestuur van de eredienst en die gefinancierd worden door
middelen die voorzien zijn op het exploitatiebudget (dat is de gewone
begroting) kan de raad zijn bevoegdheden om de wijze van gunnen te bepalen, de
voorwaarden van de opdracht vast te stellen en de opdracht te gunnen, delegeren
aan de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden. De raad kan
daarbij vrij beslissen over de omvang van de delegatie. De kerkraad kan die
beperken tot een bepaalde periode of tot opdrachten waarvan de prijs een door
hem bepaald bedrag niet mag overschrijden. Voor opdrachten die de grenzen van
de delegatie te buiten gaan, bijvoorbeeld opdrachten waarvan de vermoedelijke
kostprijs meer bedraagt dan het in het delegatiebesluit vermelde bedrag, blijft
de raad bevoegd.
§
in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te
voorziene omstandigheden, mogen de voorzitter en de secretaris van de raad, die
samen optreden, op eigen initiatief de wijze van gunnen en de voorwaarden van
een opdracht vaststellen en de opdracht gunnen. De voorzitter en de secretaris,
die samen optreden, moeten de raad daarvoor niet vooraf om een delegatie vragen: ze bezitten een eigen
bevoegdheid hierover, ongeacht het bedrag van de opdracht. Het speelt evenmin
een rol of de opdracht gefinancierd moet worden door kredieten die op de gewone
begroting zijn ingeschreven, dan wel door kredieten die op de buitengewone
begroting zijn ingeschreven.
De voorzitter en de secretaris zijn wel verplicht om de
raad tijdens de eerstvolgende vergadering van hun beslissing op de hoogte te
brengen en te melden dat er zich inderdaad een onvoorzienbare situatie heeft
voorgedaan die tot spoedeisend optreden noopte. De raad heeft hier geen
zeggenschap over. Hij neemt akte van de beslissing die de voorzitter en de
secretaris, die samen optreden, getroffen hebben en hoeft die niet te
bekrachtigen. De beoordeling van de concrete omstandigheden in het licht van
laatstgenoemde voorwaarde behoort tot de bevoegdheid van de voorzitter en
secretaris, die samen optreden, onder controle echter van de toezichthoudende
overheid.
Toepassing artikel 40 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.