|
|
Centraal kerkbestuur: Bevoegdheden
Het centraal kerkbestuur heeft limitatief opgesomde
bevoegdheden: het kan geen andere bevoegdheden uitoefenen dan deze, die bepaald
zijn in het decreet.
Deze handelingen vallen uiteen in een extern en een intern
takenpakket. De externe taken staan in een direct verband met de kerkraden: een
coördinerende rol, een toezichthoudende rol met een helpende hand en een
indeplaatsstelling. De interne taken zijn inherent aan het goed beheer van het
centrale kerkbestuur.
De
coördinerende rol wordt dubbel omschreven, vooreerst het gezamenlijk indienen
van kasstukken, boekhoudkundige bescheiden en accountantsakten [zie Decreet, art. 32, 1° - 3°], en vervolgens het
overleg met de burgerlijke overheden [zie Decreet, art.
33].
Het
centraal kerkbestuur speelt een belangrijke rol als coördinator tussen de
kerkraden en de religieuze of burgerlijke overheden [zie
Decreet, art. 32, 1° - 3°].
De
coördinerende bevoegdheid mag niet onderschat worden. Indien het CKB akten
gemeenschappelijk moet indienen, er de verantwoordelijkheid moet voor dragen
door ze te vervatten in een tabel [zie Decreet, art.
42], dan geeft dat aanleiding tot een nazicht van de in te dienen
bescheiden. Het afdwingen van respect voor verval- of verjaringsdagen, het waken
over de decretaal bepaalde termijnen, het nazicht van de vormvereisten
(voldoende aantal exemplaren; handtekeningen door de juiste personen), het
bewaren van de inhoudelijke correctheid van de overtuigingsstukken, het nazicht
naar de overeenstemming van de stukken met het meerjarenplan en / of de
budgetten zijn aandachtspunten die de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid
van de akten moeten waarborgen.
Het
overleg vooraleer de meerjarenplannen en / of de budgetten worden ingediend [zie Decreet, art. 33, 2de lid] enerzijds,
of anderzijds het overleg minstens tweemaal per jaar met de gemeenteoverheid [zie Decreet, art. 33, 1ste lid] is een
andere zeer belangrijke opdracht.
Of
helpt de kerkraden [Decreet, art. 32, 6°].
Daarenboven springt ze in bij niet uitgevoerde accountantshandelingen door een
kerkraad: opstellen van budget, budgetwijzigingen en het meerjarenplan [zie Decreet, art. 32, 7°].
De
andere bevoegdheden, namelijk het vaststellen van de bijdrage in de
werkingskosten van het CKB maar ten laste van de kerkfabrieken of het
aanstellen van personeel zijn meer intern gericht en inherent aan een goed
beheer van het centraal kerkbestuur [zie Decreet, art.
32, 4° en 5°].
Toepassing artikel 32 van het Decreet
©
PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten,
decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt
gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar
administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch
de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.