CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

Jakobijnenstraat 4 te 9000 Gent

 

Parochie

Oprichting en Erkenning

Het representatieve orgaan van de rooms-katholieke eredienst wordt geleid door de bestuurder van het bisdom, in principe de bisschop, waarin de parochie is gelegen.

Op voorstel van de bisschop erkent de Vlaamse regering al of niet de oprichting, het bestaan en de afschaffing van een parochie. Bij deze erkenning moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Deze criteria zijn nader bepaald in het besluit van 30 september 2005 (Belgisch Staatsblad van 16.12.2005) [zie Omzendbrief BA 2006/04 dd 10.03.2006 betreffende de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen].

Toepassing artikel 2 van het Decreet

Wijziging gebiedsomschrijving van een Parochie

De wijziging van een gebiedsomschrijving van een parochie heeft slecht uitwerking nadat een Koninklijk Besluit de gebiedswijziging definitief heeft vastgelegd.

Die bepaling houdt (enkel) verband met de gebiedsomschrijving omschreven in het erkenningsbesluit en vastgesteld bij Koninklijk Besluit.

Er kan wel, op basis van de canonische gebiedsomschrijving, een wijziging van de bij Koninklijk Besluit vastgestelde gebiedsomschrijving worden gevraagd. De bij Koninklijk Besluit vastgestelde gebiedsomschrijving moet uiteindelijk samenvallen met de canonische.

In geval van twijfel kan alleen rekening worden gehouden met de bij Koninklijk Besluit vastgestelde grenzen.

Toepassing artikel 2 van het Decreet

Kerkfabriek en Kerkraad

Het decreet voorziet per erkende entiteit (de parochie) een lokaal bestuur, een openbare instelling (de kerkfabriek) met rechtspersoonlijkheid, die belast is met de materiële organisatie, de werking en het beheer van goederen van de eredienst. Die openbare instelling heeft één bestuursorgaan (de kerkraad), verder de raad te noemen.

Toepassing artikel 3 van het Decreet

Kandidaten en Vacatures

De verantwoordelijke van de parochie maakt de vacatures bekend en organiseert binnen de parochie een oproep tot de kandidaten. Hij maakt het resultaat van die oproep bekend.

Toepassing artikel 5 en 7 van het Decreet

Niet-ingevulde kandidatuur

De bisschop of zijn aangestelde kan bij overschrijding van de termijn van 2 maanden op voorstel van de parochieverantwoordelijke, meestal de parochiepriester, een nieuw lid van de kerkraad aanduiden. De enige beperking is dat het nieuwe lid moet opgenomen zijn in de lijst van kandidaten die samengesteld werd ter gelegenheid van de 1ste aanstelling of ter gelegenheid van de verkiezing van de kerkraad.

Toepassing artikel 8 van het Decreet

Verkiezingsvoorwaarden

Bij de aanstelling en de verkiezing van kandidaten moet voldaan worden aan de verkiezingsvoorwaarden waaronder de inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente of van een van de gemeenten van de gebiedsomschrijving van de parochie vereist is. Van deze bepaling kan niet worden afgeweken. Maar een toevallige, niet-voortdurende verwijdering uit de gebiedsomschrijving van de parochie schaadt niet aan deze voorwaarde.

Toepassing artikel 9 van het Decreet

Stemgerechtigde parochieverantwoordelijke

De aangestelde verantwoordelijke van de parochie maakt van rechtswege deel uit van de kerkraad. Hij/zij is daarom stemgerechtigd.

Toepassing artikel 12 van het Decreet

Archief

De secretaris is in het bijzonder belast met het bewaren van het archief.

Met kerkarchieven bedoelt men in feite drie archiefbestanden die men in een doorsnee parochie kan aantreffen: het historische archief van vóór 1801, het historisch archief vanaf 1801, en het parochiale en pastoraal archief.

Toepassing artikel 13 van het Decreet

Penningmeester vervanging

Een penningmeester moet bij overlijden of bij plotse onmogelijkheid om de functie van penningmeester nog uit te oefenen, vervangen worden. Dit is ook het geval wanneer hij tijdelijk (min of meer langdurig) belet is [zie Decreet, art.15, 4de lid].

Gelet op het principe dat de kerkraad volheid van bevoegdheid heeft kan de kerkraad een waarnemend penningmeester aanduiden uit de twee overige leden van de kerkraad die geen bijzonder mandaat hebben. Aangezien de functie van penningmeester voorbehouden is aan verkozen leden [zie Decreet, art. 12, 1ste lid] komt de door het erkend representatief orgaan aangestelde verantwoordelijke van de parochie of zijn vervanger niet in aanmerking.

Toepassing artikel 14 van het Decreet

Centraal kerkbestuur

Het decreet voorziet per groep van minimum 4 erkende entiteiten (parochies) die gelegen zijn binnen eenzelfde gemeente een overkoepelend orgaan: het centraal kerkbestuur. Dit koepelorgaan is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, dat coördinerend optreedt en de relaties onderhoudt tussen de kerkraden en de religieuze en burgerlijke overheden. De oprichting van een centraal kerkbestuur vanaf 4 of meer parochies is een wettelijke verplichting. Er is geen vrije keuze.

Toepassing artikel 25 van het Decreet

Meerdere Centrale kerkbesturen

De oprichting van meerdere centrale kerkbesturen in gemeenten waar 9 of meer parochies gelegen zijn, is echter aan een erkenning door de Vlaamse Regering onderworpen. Opnieuw moet een minimum aantal parochies bereikt worden, namelijk meer dan 8, dit wil zeggen vanaf minimaal 9 parochies binnen eenzelfde gemeente kunnen bijkomende centrale kerkbesturen opgericht worden.

Toepassing artikel 25 van het Decreet

Aantal leden Centraal kerkbestuur

Het aantal verkozen leden dat een centraal kerkbestuur kan omvatten, is afhankelijk van het aantal parochies die een CKB vertegenwoordigt. Er is een minimum aantal verkozen leden decretaal vastgelegd, namelijk 3 leden van 5 tot 9 parochies.

Het aantal extra verkozen leden kan variëren en wordt per volledige groep van 5 bijkomende parochies vastgesteld.

Een berekeningsvoorbeeld: het CKB vertegenwoordigt 23 parochies binnen de gemeente. Per bijkomende groep van 5 parochies is een lid verkiesbaar, hetzij (23 - 5) / 5 = 18 / 5 = 3 extra leden. Het aantal te verkiezen leden is 3 + 3 = 6 leden.

Toepassing artikel 26 van het Decreet

 

© PéDéWé 01.2009 Hoewel de teksten hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

Printversie