CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Artikel 13. Tussentijds advies

 

Uiterlijk 22 maanden na de start van de wachtperiode wordt door het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een tussentijds advies bezorgd aan de Vlaamse Regering over de mate waarin de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid.

 

Uiterlijk zestig dagen voor het einde van de wachtperiode wordt door het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een advies bezorgd aan de Vlaamse Regering over de vraag of de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, en de volledigheid van de aanvraag tot erkenning conform artikel 8, tweede lid.

 

Als het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente het advies, vermeld in het eerste en tweede lid, niet op tijd bezorgen, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.

 

 

Advies

Het representatief orgaan, in casu de bisschop, de financierende overheid, in casu de gemeente of de provincie, en eventueel de adviserende gemeente, bij lokale geloofsgemeenschappen die de gemeentegrenzen overschrijden, brengen advies aan de Vlaamse regering uit.

In dit advies lichten deze instanties toe, of de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de regels opgelegd in E.Art. 7.

Het controletoezicht beperkt zich echter niet tot de interpretatie van deze regels, maar voegt er ook andere dimensies aan toe. Deze worden nader toegelicht in de MvT, p. 12.

De Vlaamse overheid, alsook het bredere publiek, moeten erop kunnen vertrouwen dat deze (toekomstige) lokale publiekrechtelijke instellingen op een professionele en behoorlijke manier hun decretale opdrachten vervullen.

De besturen van de eredienst, de toekomstige lokale geloofsgemeenschappen vallen ook onder het financieel toezicht zoals bepaald in het Eredienstendecreet, artikelen 41, 43 en 44 in verband met meerjarenplan en artikelen 46, 48, 49 en 50/1 in verband met het budget.

Daarenboven is er een algemeen administratief toezicht dat de correctheid van de interpretatie van de algemene regels bewaakt. Zie het Eredienstendecreet, artikelen 58, 59 en E. Art. 52 van decreet ad hoc in verband met de schorsing en / of de vernietiging van besluiten getroffen door de kerkraad of het centraal kerkbestuur, van de voorzitter en de secretaris.

Eerste Advies

Een eerste advies wordt uitgebracht uiterlijk ná 22 maanden te rekenen vanaf de start van de wachtperiode, zoals bepaald in E.Art. 8, 2de lid. Dit wil zeggen vanaf de dag na de dag van bezorging van de erkenningsaanvraag aan de Vlaamse Regering.

De aangesproken instanties mogen echter in de loop van deze 22 maanden ook tussenliggende adviezen uitbrengen of zich uitspreken over de correcte toepassing van hetgeen dat is bepaald in E.Art. 7.

De bevoegde instanties zien toe op de volledigheid van het dossier van de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap (zie E.Art.8, 2de lid). Maar een incompleet dossier kan en mag aangevuld worden gedurende de wachtperiode.

Tweede Advies

Uiterlijk 60 dagen vóór het aflopen van de wachtperiode van 4 jaar brengen het representatief orgaan, de financierende overheid en eventueel de adviserende gemeente een laatste advies uit over het respect dat de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap heeft opgebracht voor de regels vermeld in E.Art. 7 en over de compleetheid van het meegaande dossier (zie E.Art. 8, 2de lid).

De interpretatie van de transparantie van een lokale geloofsgemeenschap met zijn leden, bestuursorganen en bedienaars, is een heikele kwestie. Niet alleen rechtsregels en reglementeringen worden geïnterpreteerd, ook worden vragen gesteld over morele kwesties en gedragsregels van de leden en de bedienaars.

De sanctionering die er uit voortvloeit, namelijk de niet-erkenning, kan aanleiding geven tot gevoelens van disproportionaliteit. In de MvT, p. 15, wordt onder punt 5, aangedrongen op een specifiek sanctioneringskader.

Voorbeeld adviesdagen

In het voorbeeld vermeld onder E.Art. 9 begint de wachtperiode op 01 maart 2022 en loopt ze af op 28 februari 2026.

Het eerste advies moet verstrekt worden uiterlijk ná 22 maanden, hetzij vóór maandcijfer 3 + 22 maanden = 25 maanden – 24 maanden = 01.01.2024 bij toepassing van de termijnregels (zie E.Art. 6, 2de lid). Dit is een wettelijke feestdag. De vervaldatum wordt verlegd naar de eerstvolgende werkdag, hetzij dinsdag 02.01.2024.

Het tweede advies moet verstrekt worden uiterlijk 60 dagen vóór het verstrijken van de wachtperiode, hetzij voor 28 februari 2026 – 60 dagen = 30 december 2025 – 1 dag = ten laatste op maandag 29 december 2025.

Alle dagen worden geteld, maar de vervaldag moet een werkdag zijn. De schrikkeljaardagen worden ook meegeteld (zie E.Art. 6, 1ste lid).

Geen advies

Indien de toezichthoudende instanties geen advies verstrekken of het advies buiten termijn verstrekken, dan kan de Vlaamse Regering beslissen om de erkenning zonder of met een laattijdig advies toe te kennen.

 

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 12

Home

Naar E.Art. 14