Advies
Het
representatief orgaan, in casu de bisschop, de financierende overheid, in
casu de gemeente of de provincie, en eventueel de adviserende gemeente, bij
lokale geloofsgemeenschappen die de gemeentegrenzen overschrijden, brengen
advies aan de Vlaamse regering uit.
In
dit advies lichten deze instanties toe, of de erkenningzoekende lokale
geloofsgemeenschap voldoet aan de regels opgelegd in E.Art. 7.
Het
controletoezicht beperkt zich echter niet tot de interpretatie van deze
regels, maar voegt er ook andere dimensies aan toe. Deze worden nader
toegelicht in de MvT, p. 12.
De
Vlaamse overheid, alsook het bredere publiek, moeten erop kunnen vertrouwen
dat deze (toekomstige) lokale publiekrechtelijke instellingen op een
professionele en behoorlijke manier hun decretale opdrachten vervullen.
De
besturen van de eredienst, de toekomstige lokale geloofsgemeenschappen
vallen ook onder het financieel toezicht zoals bepaald in het Eredienstendecreet, artikelen
41, 43 en 44 in verband met meerjarenplan en artikelen 46, 48, 49 en 50/1 in
verband met het budget.
Daarenboven
is er een algemeen administratief toezicht dat de correctheid van de
interpretatie van de algemene regels bewaakt. Zie het Eredienstendecreet, artikelen
58, 59 en E. Art. 52 van decreet ad hoc in verband met de schorsing en / of
de vernietiging van besluiten getroffen door de kerkraad of het centraal
kerkbestuur, van de voorzitter en de secretaris.
Eerste
Advies
Een
eerste advies wordt uitgebracht uiterlijk ná 22 maanden te rekenen vanaf de
start van de wachtperiode, zoals bepaald in E.Art. 8, 2de lid. Dit wil zeggen vanaf de dag na de
dag van bezorging van de erkenningsaanvraag aan de Vlaamse Regering.
De
aangesproken instanties mogen echter in de loop van deze 22 maanden ook
tussenliggende adviezen uitbrengen of zich uitspreken over de correcte
toepassing van hetgeen dat is bepaald in E.Art. 7.
De
bevoegde instanties zien toe op de volledigheid van het dossier van de
erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap (zie E.Art.8, 2de lid). Maar een incompleet dossier kan en
mag aangevuld worden gedurende de wachtperiode.
Tweede
Advies
Uiterlijk
60 dagen vóór het aflopen van de wachtperiode van 4 jaar brengen het
representatief orgaan, de financierende overheid en eventueel de
adviserende gemeente een laatste advies uit over het respect dat de
erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap heeft opgebracht voor de regels
vermeld in E.Art. 7 en over de compleetheid van het
meegaande dossier (zie E.Art. 8, 2de lid).
De
interpretatie van de transparantie van een lokale geloofsgemeenschap met
zijn leden, bestuursorganen en bedienaars, is een heikele kwestie. Niet
alleen rechtsregels en reglementeringen worden geïnterpreteerd, ook worden
vragen gesteld over morele kwesties en gedragsregels van de leden en de
bedienaars.
De
sanctionering die er uit voortvloeit, namelijk de niet-erkenning, kan
aanleiding geven tot gevoelens van disproportionaliteit. In de MvT, p. 15,
wordt onder punt 5, aangedrongen op een specifiek sanctioneringskader.
Voorbeeld
adviesdagen
In
het voorbeeld vermeld onder E.Art. 9 begint de wachtperiode op 01 maart
2022 en loopt ze af op 28 februari 2026.
Het
eerste advies moet verstrekt worden uiterlijk ná 22 maanden, hetzij vóór
maandcijfer 3 + 22 maanden = 25 maanden – 24 maanden = 01.01.2024 bij
toepassing van de termijnregels (zie E.Art. 6, 2de lid). Dit
is een wettelijke feestdag. De vervaldatum wordt verlegd naar de
eerstvolgende werkdag, hetzij dinsdag 02.01.2024.
Het
tweede advies moet verstrekt worden uiterlijk 60 dagen vóór het verstrijken
van de wachtperiode, hetzij voor 28 februari 2026 – 60 dagen = 30 december
2025 – 1 dag = ten laatste op maandag 29 december 2025.
Alle
dagen worden geteld, maar de vervaldag moet een werkdag zijn. De
schrikkeljaardagen worden ook meegeteld (zie E.Art. 6, 1ste lid).
Geen
advies
Indien
de toezichthoudende instanties geen advies verstrekken of het advies buiten
termijn verstrekken, dan kan de Vlaamse Regering beslissen om de erkenning
zonder of met een laattijdig advies toe te kennen.
|