Erkenningsverplichtingen
In E.Art. 7 ,
worden de erkenningsverplichtingen opgesomd. Elke significante wijziging
die optreedt tijdens een vooruitschrijdende periode van 30 dagen moet
worden meegedeeld aan de bevoegde instanties (zie E.Art. 12, 1°).
Deze
mededelingsplicht geldt gedurende de ganse wachtperiode van 4 jaar. Maar na
deze wachtperiode en mits erkenning moet de lokale geloofsgemeenschap
blijven voldoen aan de eis van transparantie.
Deze
wijzigingen betreffen:
1.
De juridische structuur die haar toelaat om in volledige
transparantie langdurig te werken onder toezicht van de Vlaamse
Overheden (zie E.Art. 7, 1° en 2°, en infra);
2.
De onafhankelijke financiering als toekomstige lokale
geloofsgemeenschap (zie E.Art. 7, 3° en 9°);
3.
Het ontbreken van banden met binnenlandse of buitenlandse
organisaties die de Westerse cultuur verwerpen en / of bestrijden (zie E.Art. 7, 5°);
4.
Een schriftelijke verklaring waarmee de leden van het
voorlopig bestuursorgaan zich ertoe verbinden om deze verplichtingen na te
leven (zie MvT, p. 6);
5.
Het aantonen van haar maatschappelijke relevantie met een
mathematische ondergrens (zie E.Art. 7, 4°);
6.
Het onderhoud van eventueel ter beschikking gestelde gebouwen
worden en het gebruik waarvoor deze gebouwen oorspronkelijk bestemd
zijn; (zie E.Art. 7, 4° littera c);
7.
In verband met de bedienaars of hun vervangers wordt opgelegd
dat de bedienaars van de eredienst en hun vervangers voldoen, indien van
toepassing, aan de inburgeringsplicht vastgelegd in het decreet van 7 juni
2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid (zie E.Art. 7, 8°) .
Vergaderen
Het
voorlopig bestuursorgaan komt regelmatig bijeen om haar verplichtingen /
rechten te onderzoeken en bij te stellen indien nodig. Zij vergadert
minstens éénmaal per trimester (zie E.Art 12, 2°).
De
voorzitter en / of de secretaris:
·
stellen in principe de agenda samen, maar de andere
bestuursleden kunnen punten (bijkomend) agenderen;
·
nodigen de bestuursleden uit op deze vergadering en nemen
daartoe een zekere uitnodigingstijd in acht;
·
de secretaris notuleert en verzendt een ontwerpkopie van deze
notulen die door hem en de voorzitter ondertekend zijn, naar de bevoegde
instanties binnen een termijn van 10 dagen te rekenen vanaf de dag na de
dag van de vergadering (zie E.Art. 6, 1ste lid en E.Art. 12, 3°);
·
de bevoegde instanties zijn: de Vlaamse Regering, het
representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de
adviserende gemeente (zie E.Art. 12, 3°).
Raadpleeg Eredienstendecreet, art. 17 , art. 18,
art. 19,
art. 20,
art. 21,
art. 22,
en art. 23.
Bewaarplicht
Het
voorlopig bestuursorgaan bewaart haar archief (zie E.Art. 12, 4°).
Deze archiefstukken omvatten alle stukken, documenten, akten, bescheiden,
registers die de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschap moet bewaren
en voorleggen om haar transparantie te (kunnen) bewijzen.
Bewaring juridisch statuut
De lokale geloofsgemeenschap moet haar juridisch statuut op elk
verzoek van de toezichthouders en de bevoegde instanties kunnen staven (E.Art. 7, 1°).
Zij moet aantonen dat deze juridische structuur haar toelaat om een
openbare instelling met rechtspersoonlijkheid te zijn in de zin van art.
3 van het Eredienstendecreet.
Deze
verplichting geldt niet alleen voor haar als erkenningzoekende, maar ook
voor alle structuren of instellingen die met haar rechtstreeks of
onrechtstreeks verbonden zijn.
Opdat
de bevoegde overheid zou kunnen weten welke juridische entiteiten aan de
erkenning zoekende en de erkende lokale geloofsgemeenschap (financieel)
verbonden zijn, moet de betrokken lokale geloofsgemeenschap over deze
verbonden structuren transparant zijn (MvT, p. 27).
|