CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Artikel 9. Mededeling ontvangst van de aanvraag tot erkenning

 

De Vlaamse Regering brengt al de volgende instanties binnen dertig dagen na de bezorging door het representatief orgaan van de aanvraag, vermeld in artikel 8, tweede lid, op de hoogte van de ontvangst van die aanvraag:

1° het voorlopig bestuursorgaan;

2° het representatief orgaan;

3° de financierende overheid;

4° de federale overheid;

5° in voorkomend geval de adviserende gemeente.

 

 

 

 

Ontvangst van de aanvraag

De lokale geloofsgemeenschap wordt getrapt erkend (zie E.Art. 7). Vooreerst is er een verzoek via een hogere instantie, het representatief orgaan, in casu de bisschop waarin de nieuwe lokale geloofsgemeenschap geografisch is gelegen.

Dan volgt een termijn van 30 dagen toegekend aan de Vlaamse Regering om ontvangst te melden van het verzoek om potentieel erkend te worden als nieuwe lokale geloofsgemeenschap.

Dan is er een wachtperiode, waarin de Vlaamse Regering door haar overheden en administraties, de duurzaamheid van het verzoek tot oprichting onderzoekt en beoordeelt over een langere termijn. Deze wachtperiode is zonder bijzondere omstandigheden vastgelegd op 4 jaar (zie E.Art. 10).

Opmerking

Het is weinig waarschijnlijk dat een nieuwe lokale geloofsgemeenschap al de documenten aan het representatief orgaan onmiddellijk kan voorleggen. Er werd met de Vlaamse Regering bij artikel 3, § 1, eerste lid van het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 overeengekomen dat de lokale geloofsgemeenschap de erkenningsaanvraag moet indien bij het representatief orgaan, de bisschop, die de waarachtigheid van de aanvraag onderzoekt (zie E.Art. 7).

Maar de termijn van 8 dagen om aan de Vlaamse Regering te melden dat er een verzoek werd ontvangen, begint wel degelijk te lopen vanaf de dag na de dag van het eerste verzoek. De Vlaamse Regering staat erop, dat een verzoek met een potentiële oprichting van een nieuwe lokale geloofsgemeenschap onmiddellijk aan haar kenbaar wordt gemaakt vanaf de eerste ontvangst bij het representatief orgaan.

Na het conformiteitsonderzoek en de samenstelling van het definitieve verzoek, bezorgt de bisschop het complete verzoek aan de Vlaamse Regering.

Termijnvoorbeeld

Het voorlopig bestuursorgaan van de lokale geloofsgemeenschap richt op maandag 14.02.2022 een definitief verzoek aan de Vlaamse Regering dat zij een nieuwe (gesubsidieerde) geloofsgemeenschap willen oprichten. Zij dient haar aanvraag bij de bisschop in op het door de Vlaamse Regering voorgeschreven document (zie E.Art. 7 en 8).

 

De bisschop heeft 8 acht dagen om deze aanvraag door te sturen naar de Vlaamse Regering. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag na de dag van ontvangst van dit verzoek (zie E.Art. 8). In de veronderstelling dat de postdiensten het verzoek op donderdag 17 februari 2022 afleveren, begint de termijn te lopen vanaf vrijdag 18 februari 2022 en loopt de termijn af op 25 februari 2022.

 

De Vlaamse Regering ontvangt op haar beurt het verzoek. Uitgaande van de laatste datum en rekening houdende dat de postdiensten in het weekend niet werken, kan de Administratie van de Vlaamse Regering ten vroegste het verzoek ontvangen op maandag 28 februari 2022.

 

De Vlaamse Regering meldt ontvangst aan de diverse instanties (zie E.Art 9, supra) binnen de toegestane termijn van 30 dagen te berekenen vanaf de dag na de dag van de bezorging, dit is vanaf dinsdag 01 maart 2022 tot en met woensdag 30 maart 2022. Zij meldt ontvangst aan:

 

1° het voorlopig bestuursorgaan;

2° het representatief orgaan;

3° de financierende overheid;

4° de federale overheid;

5° in voorkomend geval de adviserende gemeente.

 

Het valt op dat het CKB, indien ingesteld bij toepassing van het Eredienstendecreet art. 25, niet ingelicht wordt.

 

Wachtperiode

 

Vanaf de dag na de dag van bezorging van het verzoek start een nieuwe termijn van 4 jaar, de wachtperiode (zie E.Art. 10). Deze wachtperiode loopt in principe af op de dag voor de kalendertermijn van 4 jaar, hetzij op vrijdag 28 februari 2026 (zie E.Art. 6, laatste lid). Aan het jaarcijfer 22 wordt 4 toegevoegd, hetzij 26.

 

Bestaande geloofsgemeenschappen

Hoofdstuk 3 van het Erkenningsdecreet bepaalt uitdrukkelijk dat de erkenningsverplichtingen moeten nageleefd worden door zowel de bestaande als toekomstige besturen van de eredienst. De reeds bestaande besturen van de eredienst krijgen vanaf de inwerkingtreding van het decreet één jaar of twee jaar de tijd om zich te conformeren aan de nieuwe verplichtingen (E.Art. 67).

Behalve de morele verplichtingen zijn er enkele materiële voorschriften die moeten nageleefd worden. Niet beperkend wordt er opgesomd: het houden van een giftenregister (zie E.Art. 17, § 2) , het bijhouden van een register van zakelijke rechten die de oorsprong van eigendom of van een zakelijk recht (huren van) aantonen (zie E.Art. 7, 6° en 16, 4°).

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 8

Home

Naar E.Art. 10