Verkiezing nieuwe
mandatarissen, 1ste bijeenroeping
Na elke gedeeltelijke vernieuwing van de kerkraden vindt de
verkiezing van de nieuwe mandatarissen voor het centraal kerkbestuur plaats
(zie Decreet, art. 6). Een mandaat in het centraal
kerkbestuur duurt bijgevolg drie jaar. Een afgevaardigde kan een onbeperkt
aantal maal herkozen worden.
De afgevaardigden van de raden in het centraal kerkbestuur
worden verkozen door een vergadering van alle verkozen (aangestelde) leden
uit de kerkraden. De leden van rechtswege nemen niet deel aan deze
verkiezingen.
Om geldig te beraadslagen moet de meerderheid van de leden van
de kerkraden aanwezig zijn. Het quorum is belangrijk. Als de
presentielijst(en) uitwijst(zen) dat dit minimumaantal niet bereikt wordt,
dan moet een nieuwe kiesdatum en verkiezing vastgelegd worden.
Verkiezing nieuwe
mandatarissen, 2de bijeenroeping
Is het aanwezigheidsquorum op de 1ste
verkiezingsdag niet bereikt, dan moet een tweede verkiezingsdag worden
georganiseerd. Ongeacht het aantal opgekomen verkozen (aangestelde) leden
van de kerkraden, kan op deze bijeenkomst nieuwe mandatarissen
(afgevaardigden) worden verkozen.
De 2de zinsnede van dit lid werd toegevoegd nadat
vastgesteld werd dat het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt. Voorheen
moest een nieuwe verkiezingsdag worden georganiseerd waarop het
aanwezigheidsquorum wel moest bereikt worden.
Vergelijk met artikel 19, 2de lid van het Decreet waar de wijze van geldige beraadslaging van de kerkraden
tijdens een tweede vergadering wordt vastgelegd.
Aanwezigheidsquorum
De berekening van het quorum is eenvoudig. Stel er zijn 23
kerkraden die vallen onder een centraal kerkbestuur. De verkozen leden van
de kerkraad zijn 5 in getal (zie Decreet, art. 5). Het totaal aantal, dat op de
verkiezing kan aanwezig zijn, is 23 x 5 = 115. Het quorum wordt bereikt
wanneer de helft van de kerkraadsleden aanwezig is. Het resultaat wordt
eventueel afgerond naar de hogere eenheid, hetzij 115 / 2 = 57,5 dit wordt
dus 58 kerkraadsleden.
Maar er moet rekening gehouden worden dat een lid van een
kerkraad, ook in andere kerkraden van de gemeente kan zetelen. Het is
belangrijk dat het te bereiken aanwezigheidsquorum vooraf wordt berekend
rekening houdende met meervoudige aanwezigheden van 1 kerklid.
De verkiezing verloopt als volgt. De presentielijst wordt
bekeken. Het aantal aanwezige kerkraadsleden wordt vergeleken met het
quorum. Als het minimumaantal leden wordt bereikt, kan men verder gaan met
de procedure. Als het quorum niet bereikt wordt, dan wordt de procedure
afgebroken.
Te kiezen aantal afgevaardigden
Vervolgens wordt berekend hoeveel verkozen leden het centraal
kerkbestuur moet omvatten (zie Decreet, art. 26, 2°). De kerkraadsleden die
kandideren voor een mandaat in het centraal kerkbestuur, worden
voorgesteld. Als er onvoldoende kandidaten zijn, wordt alsnog een oproep
onder de aanwezigen gelanceerd.
Als ondanks een ultieme oproep geen voldoende aantal
kandidaten worden gevonden, dan moet de procedure afgebroken worden. Het
aantal leden te kiezen leden is onvoorwaardelijk en kan slechts aangevuld
worden in uitzonderlijke omstandigheden (zie infra).
Verkiesbaarheid voorwaarden
De kandidaten moeten voldoen aan de vereisten, zowel deze van
de onverenigbaarheden, als deze van de verbodsbepalingen (zie Decreet, art. 9 en art. 16). In principe zijn aan de
onverenigbaarheden en de verbodsbepalingen altijd voldaan. Als niet, dan
kunnen de kandidaten immers geen lid zijn van de kerkraad.
Zijn er voor de vacante mandaten slechts een gelijk aantal
kandidaten, dan verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet ook
deze stembeurt in het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden tot
stemming bij handopsteking of op een andere wijze.
Zijn er meer kandidaten dan vacante plaatsen, dan wordt er
mits geheime stemming tot de verkiezing overgegaan. De kandidaten met de
meeste stemmen worden verkozen, mits het voorbehoud dat voor elke kandidaat
de volstrekte meerderheid moet bereikt worden. Als meerdere kandidaten
eenzelfde aantal stemmen op hun naam verenigen (staking van stemmen), dan
wordt voor deze kandidaten overgegaan tot een tweede geheime stembeurt.
Staken de stemmen opnieuw, dan is de jongste kandidaat verkozen.
Volstrekte meerderheid
De stemming gebeurt voor elke kandidaat afzonderlijk. Men
kiest voor de eerste kandidaat en daarna voor de tweede kandidaat (enz.).
Belangrijk is dat de stemming in het geheim verloopt en dat
een volstrekte meerderheid moet bereikt worden. De meerderheid wordt berekend
op het totaal geldig uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco
stemmen worden niet meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid
wordt bereikt, wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op
één kandidaat wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar
de hogere eenheid (zie Omzendbrief BA 2005/01 dd
25.02.2005, Littera A, pt. 1.2, in fine).
We hernemen het voorbeeld. Er zijn 23 kerkraden van 5 verkozen
leden, hetzij een kiespopulatie van 115. Het quorum wordt bereikt bij een
aanwezigheid van 58 kerkraadsleden. Er zijn 66 leden aanwezig. Het quorum
is dus bereikt. Bij de stemming blijkt dat 3 leden blanco of ongeldig
hebben gestemd. De volstrekte meerderheid wordt vastgelegd op: ((66 – 3) /
2) + 1 =32,5 hetzij afgerond op 33 stemmen. Als er geen ongeldige of blanco
stemmen zouden zijn, dan moeten (66 / 2) + 1 = 34 stemmen geteld worden. Als
er 10 blanco of ongeldige stemmen zijn, dan bereiken we de volstrekte
meerderheid met ((66 - 10) / 2) + 1 = 29 stemmen.
De expert
De expert wordt door de verkozen leden van het centraal
kerkbestuur (dit is door de verkozen afgevaardigden van de kerkraden van de
kerkfabrieken) en de door de bisschop aangestelde vertegenwoordiger benoemd
(zie Decreet, art. 26). Die vertegenwoordiger en
afgevaardigden bepalen in welk domein de expertise gezocht moet worden
(technisch, financieel, juridisch, enzovoort) (zie Omzendbrief BA 2005/01 dd
25.02.2005, Littera A, pt. 2, 8ste
alinea).
Geen expert of meerdere experten aanstellen is in
strijd met de bepalingen van het decreet. De samenstelling van het centraal
bestuur is decretaal bepaald, zodat hier niet kan worden afgeweken. Het
ontbreken van een expert heeft tot gevolg dat de raad van het centraal
bestuur niet geldig is samengesteld, met mogelijks gevolgen voor de
geldigheid van vergadering, beraadslagingen en beslissingen (Standpunt van de permanente werkgroep erediensten; datum
validatie 22/6/2006).
In de
regel oefenen de leden van (de lokale raden en) de centrale besturen hun
taak onbezoldigd uit. De aangestelde expert is lid van het centraal
kerkbestuur. Het behoort tot de autonomie van het centraal bestuur om uit
te maken of de aangeduide expert moet worden vergoed voor zijn/haar geleverde
prestaties, weliswaar in overleg met de betrokken gemeente. De expert kan
niet worden beschouwd als opdrachthouder in het kader van de wetgeving op
de overheidsopdrachten, zodat hij/zij geen facturen kan voorleggen voor
geleverde prestaties. De problematiek van het handelsregister is hier dan
ook niet aan de orde (Standpunt
van de permanente werkgroep erediensten; datum validatie 22/6/2006).
Vervanging van leden van het
CKB op een ander tijdstip
In
het Decreet is in geen bijzondere vervangingsprocedure bij overlijden of
anderszins voorzien. Slechts zijdelings kan gerefereerd worden naar de
vervanging van leden van de kerkraad bij hun ontslag of overlijden (zie Decreet, art. 8).
Er
staat slechts één optie open: de organisatie van verkiezingen en de verkiezingsprocedure
zoals hierboven voorzien.
|