De kandidaten voor de
bijzondere mandaten
De voorzitter wordt verkozen onder de afgevaardigden van de
kerkraden. De secretaris wordt verkozen onder alle leden van het centraal
kerkbestuur. Daar behoren dus ook de vertegenwoordiger van de bisschop en
de expert bij. De mandaten van voorzitter en secretaris zijn niet
cumuleerbaar (zie Decreet, art. 28, 1ste en 2de lid en
Omzendbrief BA – 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt. 2, alinea 9).
Bij verhindering wordt de voorzitter vervangen door het oudste
lid in leeftijd van het centraal kerkbestuur en de secretaris door het
jongste lid in leeftijd (zie Decreet, art. 30, laatste lid).
Samenlezing artikel 27 en 28
Samenvattend kan over art. 27 en art. 28 het volgende gezegd
worden. De leden van de kerkraden verkiezen de afgevaardigden van het
centraal bestuur. De vertegenwoordiger van de bisschop en de verkozen
afgevaardigden stellen een expert aan. Hiermee is het centraal kerkbestuur
samengesteld en omvat ze volgende leden: de vertegenwoordiger van de
bisschop, de verkozen afgevaardigden, de aangestelde expert.
Dan moeten bepaalde functies of bijzondere mandaten ingevuld
worden, namelijk de functie van voorzitter en van secretaris. In
tegenstelling met de kerkraad is er geen penningmeester voorzien. De
secretaris is tevens de penningmeester van het
centraal kerkbestuur.
Verkiezing van de voorzitter:
de beperkende hoedanigheidsvoorwaarde
Het centraal kerkbestuur duidt een voorzitter aan. Dit wil
zeggen dat alle leden van het centraal kerkbestuur hun stem uitbrengen en
niet alleen de verkozen leden. Maar het decreet legt een
hoedanigheidvoorwaarde op: de voorzitter komt uit de groep van de verkozen
afgevaardigden.
De secretaris
Dan kiest het centraal kerkbestuur zijn secretaris. Voor deze
functie komen alle leden van het centraal kerkbestuur, behalve het lid dat
al voorzitter is, in aanmerking. De voorzitter kan immers niet ter zelfde
tijd secretaris zijn door het cumulverbod (zie Decreet, art. 28, 2de
lid).
Stemmingsprocedure
Is er voor het vacante mandaat slechts één kandidaat, dan
verloopt de stemming in één beurt. Ondanks alles moet ook deze stembeurt in
het geheim verlopen en kan er niet overgegaan worden tot stemming bij
handopsteking of op een andere wijze.
Zijn er meerdere kandidaten dan wordt de kandidaat met de
meeste stemmen verkozen, mits het voorbehoud dat de kandidaat de volstrekte
meerderheid verkrijgt. Indien meerdere kandidaten
eenzelfde aantal stemmen op hun naam verenigen (staking van stemmen), dan
wordt voor de functie overgegaan tot een tweede geheime stembeurt op één
van de kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. Staken de stemmen
opnieuw, dan is de jongste kandidaat verkozen (zie Decreet, art. 28, 3de lid in fine).
De stemming gebeurt voor elke functie afzonderlijk. Men kiest
voor de ene functie en daarna voor de andere functie (zie Decreet, art. 28, 1ste lid, 1ste zin).
Volstrekte meerderheid
Belangrijk is dat de stemming in het geheim verloopt en dat
een volstrekte meerderheid moet bereikt worden (zie Decreet, art. 28, 1ste lid, laatste zin). De meerderheid wordt berekend op het totaal geldig
uitgebrachte stemmen. Ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet
meegenomen in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt,
wanneer de helft + 1 van de geldig uitgebrachte stemmen op één kandidaat
wordt uitgebracht. Dit totaal wordt eventueel afgerond naar de hogere
eenheid (zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt. 1.2,
in fine).
In het voorbeeld onder art. 26 moesten 6 afgevaardigden
verkozen worden. Het centraal kerkbestuur bestaat dus uit 8 leden, namelijk
de 6 verkozen afgevaardigden, de vertegenwoordiger van de bisschop en de
expert. Indien alle leden aanwezig zijn, dan wordt
de volstrekte meerderheid bereikt wanneer (8 / 2) + 1 = 5 stemmen op een
kandidaat verenigd worden. Indien niet alle leden
aanwezig zijn bv. slechts 5 leden (infra) dan wordt het minimum te
verenigen stemmen bereikt (5 / 2) + 1 = 3,5 afgerond op de hogere eenheid
dus 4, is.
Aanwezigheidsquorum
Daarenboven moet het aanwezigheidsquorum (minimum
aantal aanwezige zittende leden) om geldig te vergaderen vooraf ook
bereikt worden (zie Decreet, art. 19 mutatis mutandis). Dit betekent in het voorbeeld dat minstens 5 leden moeten
aanwezig zijn, namelijk (8 / 2) + 1 = 5.
|