Basisonderscheid
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen schenkingen onder levenden (zie Decreet, art. 36) en legaten bij overlijden (zie Decreet, art. 37).
Schenking
Een schenking onder de levenden is een akte waarbij de schenker zich
dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet, ten voordele van
de begiftigde die ze aanneemt (zie BW, art. 894).
Meer specifiek gaat het om een eenzijdige overeenkomst, waarbij enkel de
schenker zich verbindt. Maar een simpele consensus is onvoldoende. Er moeten aan vormvoorwaarden voldaan
worden. Enerzijds zal de notaris als officiële ambtenaar tussenkomen in de
opmaak van de akte. Hij verleent authenticiteit aan het document.
Anderzijds zal de schenking moeten aanvaard worden op een bijzondere wijze.
Testamentair
legaat
Een testament is een akte waarbij de erflater, voor de tijd dat hij
niet meer in leven zal zijn, over het geheel of een deel van zijn goederen
beschikt, en die hij kan herroepen (zie BW, art.
895).
Er kan dus een dubbel onderscheid gemaakt worden: een schenking kan
in principe niet herroepen worden (zie echter BW,
art. 953 e.v.), een legaat wel. Een schenking gaat in principe
onmiddellijk in; een legaat echter slechts na het vervullen van de
opschortende voorwaarde: het overlijden van de erflater.
Vormvoorwaarden
De schenking is onderworpen aan vormvoorwaarden: ze moet gedaan
worden bij akte en ze moet ook geschat worden (zie
BW, art. 948). Dit wil zeggen dat een geschrift de basis moet vormen
van de overdracht van eigendom. Alleen de notariële akte is toegelaten (zie BW, art. 931).
Een schenking is maar compleet, wanneer ze aanvaard wordt. Opnieuw
zijn vormvoorwaarden opgelegd (zie BW, art. 932
e.v.) onder andere de betekening van de aanvaarding aan de schenker
of een authentieke akte wanneer het onroerende goederen betreft.
De notaris zal verantwoordelijk zijn om de grondvoorwaarden na te
gaan wanneer hij de akte opmaakt. De basisvoorwaarden van de akte zijn: de
toestemming en bekwaamheid van beide partijen, een geoorloofde oorzaak en
een bepaald voorwerp. De akte zal daarna moeten worden geregistreerd.
Elementen van
de schenking
Een schenking omvat twee elementen: een intentioneel en materieel
element. Het eerste element bestaat uit de wil van de schenker om te schenken
aan de begiftigde. Dit kan niet worden vermoed. Het moet worden bewezen.
Het materieel element echter houdt in dat de schenker een reële
verarming zal moeten meemaken als gevolg van de schenking, gepaard gaand
met een verrijking van de begiftigde. De schenking moet om niet gebeuren.
Er moet dus opgelet worden dat de modaliteiten van de schenking, geen
aanleiding geeft tot wederkerigheid, d.w.z. een tegenprestatie, al of niet
geldelijk of materieel.
Aanvaarding
De schenking ontstaat pas wanneer de begiftigde deze heeft aanvaard.
Vanaf dan is de schenker definitief verbonden. Er moet op worden gelet dat
de aanvaarding eveneens voldoet aan de vormvereisten gesteld bij het
aanbod. Art. 932, BW bepaalt dat de
aanvaarding in principe zal gebeuren in dezelfde akte als degene waarin het
aanbod plaatsvindt.
Personen en de
aan de persoon gebonden voorwaarden
De schenkers en de kerkfabriek moeten geïdentificeerd zijn of
identificeerbaar zijn. De aard van de schenking is niet omschreven maar het
meestal zijn het lichamelijke goederen of rechten (titels) die lichamelijke
goederen of intellectuele rechten vertegenwoordigen. Gelden zijn roerende
lichamelijke goederen.
De grote voorwaarde echter is dat de schenker en de begunstigde
wettelijk in staat moet zijn om te schenken of te ontvangen. Aan de
bepalingen opgenomen in (Burgerlijk wetboek, Boek
3, Titel II, Hfdst. II, Bekwaamheid om te beschikken of te verkrijgen bij
schenking onder levenden of bij testament, art. 901- 912) moet
voldaan worden. In het bijzondere moet de schenker bekwaam zijn om te
schenken of te legateren en de begunstigde om te ontvangen of aan te nemen (zie BW, art. 902 e.v.).
Voorlopige
aanvaarding
Om het onderzoek naar de titel van overdracht te kunnen doen, wordt
de schenking onder levenden eerst voorlopig aanvaard door de
penningmeester. Nadat de juistheid en de correctheid van de akte, zowel
naar vorm, als naar inhoud, is onderzocht, dan aanvaardt de kerkraad de
schenking definitief (Infra, Wet 12 juli 1931, 1ste
zin).
Voor hypotheek
vatbare goederen
Indien een onroerend goed wordt geschonken, moet een openbare
ambtenaar tussenkomen, meestal is dit een notaris. De voor hypotheek
vatbare schenking. Zijn alleen voor hypotheek vatbaar:
1° onroerende goederen die in de handel
zijn (art. 45, Hyp.W);
2° rechten van vruchtgebruik, erfpacht en
opstal, op diezelfde goederen gevestigd, zolang die rechten duren (art. 45,
Hyp.W);
3° zee- en binnenschepen (Wkh., boek II, art. 3, 11, 25, 27, 272 en 272bis)),
De overdracht van eigendom van onroerende goederen en de aanvaarding
moeten daarenboven overgeschreven worden bij de bevoegde Hypotheekbewaarder
(zie BW, art. 939). Indien niet, dan is de
schenking niet-tegenstelbaar, tenzij aan de schenker of aan degenen die
belast zijn om te doen overschrijven of hun rechtverkrijgenden (zie BW, art. 941).
Sommige overdrachten zijn onderworpen aan rechten en taksen (bv. de
successierechten die rusten op het legaat). Deze rechten en taksen zijn een
last van de schenking en moeten betaald worden door de aannemer. Bij de
overweging of een schenking definitief zal aanvaard worden, moet met dit
economisch gegeven rekening worden gehouden.
De
niet-formele schenkingen
A. Handgift
Een handgift is een schenking
die geschiedt door de materiële overdracht van hand tot hand van een
lichamelijk roerend goed, zonder gebruik te maken van een geschrift (akte).
Doordat er geen akte wordt gebruikt, zijn ook geen registratierechten
verschuldigd.
B. Onrechtstreekse schenking
Dit is een schenking die
plaatsvindt door gebruik te maken van een bepaalde akte, waaruit niet
blijkt dat men in feite schenkt. Bijvoorbeeld: een akte van verkoop met
vervolgens een kwijtschelding van schuld. Het is belangrijk dat de verkoop
reëel is en dat de partijen daadwerkelijk de intentie hadden om de
verkoopprijs te betalen. Daarin ligt het verschil met een vermomde
schenking, waarbij het nooit de bedoeling was om de verkoopprijs
daadwerkelijk te betalen. Bij een onrechtstreekse schenking mag er geen
sprake zijn van veinzing. De schenking zal toch rechtsmisbruik zijn en
wanneer dit wordt ontdekt, kunnen er wel zware, fiscale gevolgen volgen. Er
heerst een discussie in de rechtsleer betreffende de overschrijving tussen
twee rekeningen. De meerderheid gaat ervan uit dat dit een onrechtstreekse
schenking uitmaakt.
C. Vermomde schenking
Deze schenking ligt
verborgen onder de vorm van een rechtshandeling ten bezwarende titel
waarbij men een tegenprestatie bedingt, met de bedoeling deze niet door te
voeren. In een tegenbrief zal vervolgens iets anders worden overeengekomen.
Bijvoorbeeld: een verkoop die eigenlijk een schenking is doordat de
verkoopprijs niet moet worden betaald; een lening die niet moet worden
terugbetaald.
De 3-jarige termijn na de schenking
Indien geschonken wordt en
de schenker overlijdt binnen een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de
datum van registratie van de
schenking, dan kan de schenking een onderdeel van een erfenis worden. Is
dit effectief het geval dan kan de begunstigde verplicht worden bijkomende
taksen en successierechten berekend over de waarde van de schenking te
betalen.
Modaliteiten en / of lasten
Het begrip voorwaarde aangehaald in art. 953 e.v. BW houdt meer in dan enkel de
zuivere voorwaarde. Het omvat alles wat de schenker eist van de begiftigde.
Rechtspraak en rechtsleer gaan ervan uit dat de last eveneens inbegrepen is
onder de voorwaarde. Deze twee
begrippen worden in de rechtspraktijk vaak door elkaar gebruikt.
Aan de schenking kunnen
modaliteiten (voorwaarden) verbonden zijn. De schenking wordt afhankelijk
wordt van het al dan niet voordoen van een toekomstige, onzekere
gebeurtenis. Ook kunnen er bepaalde lasten opgelegd worden. De last kan
worden omschreven als een verplichting rustend op de begiftigde om iets te
geven, iets te doen of iets niet te doen: bv het lezen van een jaarmis. Er
moet over gewaakt worden, dat de lasten van de schenking geen
wederkerigheid veroorzaken.
Akte
onder levenden
De penningmeester aanvaardt voorlopig de schenking
mits een akte onder levenden. Dit wil zeggen dat de schenking op een
papieren drager moet vervat zijn. Zonder een geschreven overeenkomst,
hebben we geen echte schenking, maar veeleer een handgift.
De wet van 12 juli 1931 bepaalt dat een schenking
voorlopig moet aanvaard worden. Zonder aanvaarding is er geen schenking.
Aan
te nemen houding
De penningmeester moet het
voorzichtigheidsprincipe hanteren. Vooreerst moet hij voorlopig aanvaarden
mits een aangetekend schrijven zodat aan bepaalde vormvoorwaarden (infra, Wet van 12 juli 1931, 1ste zin,
in fine) voldaan wordt.
Vervolgens zal de penningmeester de schenking aan
het oordeel van een notaris onderwerpen. Opnieuw om te voldoen aan bepaalde
vormvoorwaarden, maar vooral om de wettelijkheid van de schenking te laten
toetsen (supra, vormvoorwaarden).
Na ingelicht te zijn door de notaris, kan hij aan
de kerkraad voorstellen om de schenking al of niet definitief te aanvaarden
(zie Decreet, art. 37).
Na de definitieve aanvaarding liefst mits tussenkomst van een
notaris, moet de schenking geregistreerd en indien nodig op het kantoor van
de hypotheekbewaarder ingeschreven worden (infra,
Wet van 12 juli 1931, laatste zin).
Wet van 12 juli 1931 betreffende de
uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige aanvaardig
van bij akten gedane schenkingen onder de levenden (BS 15 juli 1931)
|
Enig artikel
|
|
De
bij akten onder levenden gedane schenkingen ten behoeve van de
provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen (of stichtingen van openbaar
nut), of van andere rechtspersonen, die met het oog op het verlenen van
machtiging aan de Koning of aan de bestendige deputatie van de
provinciale raad moet voorgelegd worden, worden steeds aanvaard, onder
voorbehoud van de goedkeuring van de bevoegde overheid; die aanvaarding
is, onder hetzelfde voorbehoud, bindend voor de schenker zohaast zij hem
betekend is.
Die
betekening en die van de eventuele goedkeuring kunnen blijken uit een
gewone, authentieke verklaarde, declaratie van de schenker onderaan de
akte tot aanvaarding.
Wanneer
het een schenking geldt van goederen die met hypotheek kunnen bezwaard
worden moet de overschrijving der akten die de schenking en de voorlopige
aanneming inhouden, alsmede de betekening van de voorlopige aanvaarding,
die bij afzonderlijke akte zou geschied zijn, gebeuren op het kantoor der
hypotheken van het arrondissement waarin de goederen gelegen zijn.
Hetzelfde geldt voor de betekening van de definitieve aanneming.
Gewijzigd bij
art. 68 W. 2 mei 2002 (B.S., 11 december 2002), met ingang van 1 juli
2003 (art. 4 K.B. 2 april 2003 (B.S., 6 juni 2003 (eerste uitg.))).
|
Let wel, de verdeling in zinnen van dit
enig artikel werd aangebracht om de leesbaarheid te verhogen.
|