CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

Afdeling 2. - Schenkingen en legaten

 

Art. 36. (de voorlopige aanvaarding van schenkingen onder levenden door de penningmeester)

De schenkingen bij akte onder levenden worden altijd voorlopig aanvaard door de penningmeester overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 juli 1931.

 

Basisonderscheid

 

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen schenkingen onder levenden (zie Decreet, art. 36) en legaten bij overlijden (zie Decreet, art. 37).

 

Schenking

 

Een schenking onder de levenden is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet, ten voordele van de begiftigde die ze aanneemt (zie BW, art. 894). Meer specifiek gaat het om een eenzijdige overeenkomst, waarbij enkel de schenker zich verbindt. Maar een simpele consensus is onvoldoende. Er moeten aan vormvoorwaarden voldaan worden. Enerzijds zal de notaris als officiële ambtenaar tussenkomen in de opmaak van de akte. Hij verleent authenticiteit aan het document. Anderzijds zal de schenking moeten aanvaard worden op een bijzondere wijze.

 

Testamentair legaat

 

Een testament is een akte waarbij de erflater, voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn, over het geheel of een deel van zijn goederen beschikt, en die hij kan herroepen (zie BW, art. 895).

 

Er kan dus een dubbel onderscheid gemaakt worden: een schenking kan in principe niet herroepen worden (zie echter BW, art. 953 e.v.), een legaat wel. Een schenking gaat in principe onmiddellijk in; een legaat echter slechts na het vervullen van de opschortende voorwaarde: het overlijden van de erflater.

 

Vormvoorwaarden

 

De schenking is onderworpen aan vormvoorwaarden: ze moet gedaan worden bij akte en ze moet ook geschat worden (zie BW, art. 948). Dit wil zeggen dat een geschrift de basis moet vormen van de overdracht van eigendom. Alleen de notariële akte is toegelaten (zie BW, art. 931).

 

Een schenking is maar compleet, wanneer ze aanvaard wordt. Opnieuw zijn vormvoorwaarden opgelegd (zie BW, art. 932 e.v.) onder andere de betekening van de aanvaarding aan de schenker of een authentieke akte wanneer het onroerende goederen betreft.

 

De notaris zal verantwoordelijk zijn om de grondvoorwaarden na te gaan wanneer hij de akte opmaakt. De basisvoorwaarden van de akte zijn: de toestemming en bekwaamheid van beide partijen, een geoorloofde oorzaak en een bepaald voorwerp. De akte zal daarna moeten worden geregistreerd.

 

Elementen van de schenking

 

Een schenking omvat twee elementen: een intentioneel en materieel element. Het eerste element bestaat uit de wil van de schenker om te schenken aan de begiftigde. Dit kan niet worden vermoed. Het moet worden bewezen.

 

Het materieel element echter houdt in dat de schenker een reële verarming zal moeten meemaken als gevolg van de schenking, gepaard gaand met een verrijking van de begiftigde. De schenking moet om niet gebeuren. Er moet dus opgelet worden dat de modaliteiten van de schenking, geen aanleiding geeft tot wederkerigheid, d.w.z. een tegenprestatie, al of niet geldelijk of materieel.

 

Aanvaarding

 

De schenking ontstaat pas wanneer de begiftigde deze heeft aanvaard. Vanaf dan is de schenker definitief verbonden. Er moet op worden gelet dat de aanvaarding eveneens voldoet aan de vormvereisten gesteld bij het aanbod. Art. 932, BW bepaalt dat de aanvaarding in principe zal gebeuren in dezelfde akte als degene waarin het aanbod plaatsvindt.

 

Personen en de aan de persoon gebonden voorwaarden

 

De schenkers en de kerkfabriek moeten geïdentificeerd zijn of identificeerbaar zijn. De aard van de schenking is niet omschreven maar het meestal zijn het lichamelijke goederen of rechten (titels) die lichamelijke goederen of intellectuele rechten vertegenwoordigen. Gelden zijn roerende lichamelijke goederen.

 

De grote voorwaarde echter is dat de schenker en de begunstigde wettelijk in staat moet zijn om te schenken of te ontvangen. Aan de bepalingen opgenomen in (Burgerlijk wetboek, Boek 3, Titel II, Hfdst. II, Bekwaamheid om te beschikken of te verkrijgen bij schenking onder levenden of bij testament, art. 901- 912) moet voldaan worden. In het bijzondere moet de schenker bekwaam zijn om te schenken of te legateren en de begunstigde om te ontvangen of aan te nemen (zie BW, art. 902 e.v.).

 

Voorlopige aanvaarding

 

Om het onderzoek naar de titel van overdracht te kunnen doen, wordt de schenking onder levenden eerst voorlopig aanvaard door de penningmeester. Nadat de juistheid en de correctheid van de akte, zowel naar vorm, als naar inhoud, is onderzocht, dan aanvaardt de kerkraad de schenking definitief (Infra, Wet 12 juli 1931, 1ste zin).

 

Voor hypotheek vatbare goederen

 

Indien een onroerend goed wordt geschonken, moet een openbare ambtenaar tussenkomen, meestal is dit een notaris. De voor hypotheek vatbare schenking. Zijn alleen voor hypotheek vatbaar:

 

1° onroerende goederen die in de handel zijn (art. 45, Hyp.W);

2° rechten van vruchtgebruik, erfpacht en opstal, op diezelfde goederen gevestigd, zolang die rechten duren (art. 45, Hyp.W);

3° zee- en binnenschepen (Wkh., boek II, art. 3, 11, 25, 27, 272 en 272bis)),

 

De overdracht van eigendom van onroerende goederen en de aanvaarding moeten daarenboven overgeschreven worden bij de bevoegde Hypotheekbewaarder (zie BW, art. 939). Indien niet, dan is de schenking niet-tegenstelbaar, tenzij aan de schenker of aan degenen die belast zijn om te doen overschrijven of hun rechtverkrijgenden (zie BW, art. 941).

 

Sommige overdrachten zijn onderworpen aan rechten en taksen (bv. de successierechten die rusten op het legaat). Deze rechten en taksen zijn een last van de schenking en moeten betaald worden door de aannemer. Bij de overweging of een schenking definitief zal aanvaard worden, moet met dit economisch gegeven rekening worden gehouden.

 De niet-formele schenkingen

A.      Handgift

Een handgift is een schenking die geschiedt door de materiële overdracht van hand tot hand van een lichamelijk roerend goed, zonder gebruik te maken van een geschrift (akte). Doordat er geen akte wordt gebruikt, zijn ook geen registratierechten verschuldigd.

B.      Onrechtstreekse schenking

Dit is een schenking die plaatsvindt door gebruik te maken van een bepaalde akte, waaruit niet blijkt dat men in feite schenkt. Bijvoorbeeld: een akte van verkoop met vervolgens een kwijtschelding van schuld. Het is belangrijk dat de verkoop reëel is en dat de partijen daadwerkelijk de intentie hadden om de verkoopprijs te betalen. Daarin ligt het verschil met een vermomde schenking, waarbij het nooit de bedoeling was om de verkoopprijs daadwerkelijk te betalen. Bij een onrechtstreekse schenking mag er geen sprake zijn van veinzing. De schenking zal toch rechtsmisbruik zijn en wanneer dit wordt ontdekt, kunnen er wel zware, fiscale gevolgen volgen. Er heerst een discussie in de rechtsleer betreffende de overschrijving tussen twee rekeningen. De meerderheid gaat ervan uit dat dit een onrechtstreekse schenking uitmaakt.

C.      Vermomde schenking

Deze schenking ligt verborgen onder de vorm van een rechtshandeling ten bezwarende titel waarbij men een tegenprestatie bedingt, met de bedoeling deze niet door te voeren. In een tegenbrief zal vervolgens iets anders worden overeengekomen. Bijvoorbeeld: een verkoop die eigenlijk een schenking is doordat de verkoopprijs niet moet worden betaald; een lening die niet moet worden terugbetaald.

De 3-jarige termijn na de schenking

Indien geschonken wordt en de schenker overlijdt binnen een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum van  registratie van de schenking, dan kan de schenking een onderdeel van een erfenis worden. Is dit effectief het geval dan kan de begunstigde verplicht worden bijkomende taksen en successierechten berekend over de waarde van de schenking te betalen.

Modaliteiten en / of lasten

Het begrip voorwaarde aangehaald in art. 953 e.v. BW houdt meer in dan enkel de zuivere voorwaarde. Het omvat alles wat de schenker eist van de begiftigde. Rechtspraak en rechtsleer gaan ervan uit dat de last eveneens inbegrepen is onder de voorwaarde. Deze twee begrippen worden in de rechtspraktijk vaak door elkaar gebruikt.

Aan de schenking kunnen modaliteiten (voorwaarden) verbonden zijn. De schenking wordt afhankelijk wordt van het al dan niet voordoen van een toekomstige, onzekere gebeurtenis. Ook kunnen er bepaalde lasten opgelegd worden. De last kan worden omschreven als een verplichting rustend op de begiftigde om iets te geven, iets te doen of iets niet te doen: bv het lezen van een jaarmis. Er moet over gewaakt worden, dat de lasten van de schenking geen wederkerigheid veroorzaken.

Akte onder levenden

De penningmeester aanvaardt voorlopig de schenking mits een akte onder levenden. Dit wil zeggen dat de schenking op een papieren drager moet vervat zijn. Zonder een geschreven overeenkomst, hebben we geen echte schenking, maar veeleer een handgift.

De wet van 12 juli 1931 bepaalt dat een schenking voorlopig moet aanvaard worden. Zonder aanvaarding is er geen schenking.

Aan te nemen houding

De penningmeester moet het voorzichtigheidsprincipe hanteren. Vooreerst moet hij voorlopig aanvaarden mits een aangetekend schrijven zodat aan bepaalde vormvoorwaarden (infra, Wet van 12 juli 1931, 1ste zin, in fine) voldaan wordt.

Vervolgens zal de penningmeester de schenking aan het oordeel van een notaris onderwerpen. Opnieuw om te voldoen aan bepaalde vormvoorwaarden, maar vooral om de wettelijkheid van de schenking te laten toetsen (supra, vormvoorwaarden).

Na ingelicht te zijn door de notaris, kan hij aan de kerkraad voorstellen om de schenking al of niet definitief te aanvaarden (zie Decreet, art. 37).

Na de definitieve aanvaarding liefst mits tussenkomst van een notaris, moet de schenking geregistreerd en indien nodig op het kantoor van de hypotheekbewaarder ingeschreven worden (infra, Wet van 12 juli 1931, laatste zin).

Wet van 12 juli 1931 betreffende de uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige aanvaardig van bij akten gedane schenkingen onder de levenden (BS 15 juli 1931)

 

Enig artikel

 

 

De bij akten onder levenden gedane schenkingen ten behoeve van de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen (of stichtingen van openbaar nut), of van andere rechtspersonen, die met het oog op het verlenen van machtiging aan de Koning of aan de bestendige deputatie van de provinciale raad moet voorgelegd worden, worden steeds aanvaard, onder voorbehoud van de goedkeuring van de bevoegde overheid; die aanvaarding is, onder hetzelfde voorbehoud, bindend voor de schenker zohaast zij hem betekend is.

 

Die betekening en die van de eventuele goedkeuring kunnen blijken uit een gewone, authentieke verklaarde, declaratie van de schenker onderaan de akte tot aanvaarding.

 

Wanneer het een schenking geldt van goederen die met hypotheek kunnen bezwaard worden moet de overschrijving der akten die de schenking en de voorlopige aanneming inhouden, alsmede de betekening van de voorlopige aanvaarding, die bij afzonderlijke akte zou geschied zijn, gebeuren op het kantoor der hypotheken van het arrondissement waarin de goederen gelegen zijn. Hetzelfde geldt voor de betekening van de definitieve aanneming.

 

Gewijzigd bij art. 68 W. 2 mei 2002 (B.S., 11 december 2002), met ingang van 1 juli 2003 (art. 4 K.B. 2 april 2003 (B.S., 6 juni 2003 (eerste uitg.))).

 Let wel, de verdeling in zinnen van dit enig artikel werd aangebracht om de leesbaarheid te verhogen.

 

© PéDéWé 08.2012. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar Art. 35

Home

Naar Art. 37