Overdracht van eigendom van onroerende
goederen
Slechts
de overdracht van eigendom van de onroerende goederen waarvan de
kerkfabriek eigenares is, wordt bedoeld. De overdracht van eigendom van de
roerende goederen van de kerkfabriek wordt in art. 4/7 van het Decreet
behandeld.
Ter beschikkingstelling van onroerende
goederen
Talrijke
kerken en pastorieën worden door een burgerlijke overheid of een
privépersoon aan de kerkfabriek ter beschikking gesteld. De overdracht van
niet-eigen kerken met aanhorigheden, niet eigen pastorieën is in dit
artikel niet bedoeld. Zij blijven eigendom van hun eigenaars en worden al
of niet opnieuw ter beschikking gesteld aan de fusieparochie, d.w.z. aan de
te behouden kerkfabriek.
Indien een onroerend ter beschikking wordt
gesteld, om niet of voor een (huur)prijs, dan moeten de contractuele
voorwaarden van de ter beschikkingstelling onderzocht worden. Deze ter
beschikkingstelling kan in een relatief ver verleden gebeurd zijn. Maar
ongeacht de duur van de ter beschikkingstelling of haar looptijd, moet
onderzocht worden of door de overdracht van de ter beschikkingstelling het
onroerend goed niet terugkeert in handen van de eigenaars of hun
rechtsopvolgers.
Een
kerk met aanhorigheden kan door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon
aan de parochie ter beschikking worden gesteld onder de ontbindende
voorwaarde dat aan de ter beschikkingstelling een einde komt wanneer de
parochie verdwijnt of ophoudt te bestaan (zie Decreet, art. 4/3).
Eigendom van onroerende goederen
De onroerende goederen moeten eigendom zijn van de
gefusioneerde parochies.
Vele kerkfabrieken bezitten onroerende goederen
(uit erfenis) of uit aankoop, die verhuurd worden aan derden. De eigendom
van deze onroerende goederen gaat over naar de te behouden kerkfabriek
vanaf de datum van erkenning van de nieuw ontstane parochie bij
ministerieel besluit (publicatie in het Belgisch staatsblad maakt de
erkenning tegenstelbaar aan derden).
Tegenstelbare
overdracht van eigendom
De overdracht gebeurt onmiddellijk op de datum van
erkenning, maar om tegenstelbaar te zijn aan derden is de overdracht aan vormvoorwaarden
onderworpen.
In de praktijk moet altijd een openbaar ambtenaar
tussenkomen. De overdracht van onroerende goederen moet geregistreerd
worden. Deze registratie gebeurt enerzijds bij de hypotheekbewaarder, en
anderzijds bij de Administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen
(AKRED).
Zijn openbare ambtenaren: de notaris, de
burgemeester voor het verlijden van akten betreffende onroerende
gemeentegoederen, de bankiers bij verlenen van sommige financiële
leenakten, voorzitters van aankoopcomités.
Inventaris
van onroerende goederen
Om de overdracht mogelijk te maken is het
aangewezen om de onroerende goederen te inventariseren. De rechten en de
verplichtingen die op de onroerende goederen rusten, worden ook vermeld in
de inventaris. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de inventarissen die
al door het Decreet,
art. 35 opgelegd worden.
In de staat
waarin de goederen zich bevinden
De overdracht van de onroerende goederen gebeurt
in de staat waarin ze zich bevinden. De normale sleet van de goederen geeft
geen aanleiding tot enige weigering door de kerkraad van de nieuwe
kerkfabriek.
Rechten en
plichten die op onroerende goederen rusten
Ten slotte treedt de fusiekerkfabriek in de
rechten en de plichten van de gefusioneerde kerkfabrieken. Deze rechten en
plichten kunnen voortvloeien uit (hangende) gedingen van de gefusioneerde
kerkfabrieken (zie
Decreet, art. 64), maar ook uit de afwikkeling van schadegevallen
(verzekeringspolissen).
Maar verplichtingen die rusten op de kerkfabriek
of die de kerkfabriek heeft op het domein van derden worden ook
overgedragen. Deze immateriële activa, positief of negatief, zijn in
principe in de inventaris opgenomen als onderdeel van de jaarrekening (zie Decreet, art. 54, herwaardering). Het recht
van doorgang dat de kerkfabriek bezit of verleend heeft om een
autobergplaats te bereiken, is een voorbeeld.
|