Passen of niet passen?
De budgetten
worden door het centraal bestuur, na advies van het representatief orgaan
van de eredienst, ingediend bij het gemeentebestuur (zie Decreet, art. 47). Het decreet maakt daarbij een
onderscheid tussen twee mogelijkheden: het budget past binnen het
meerjarenplan of het budget past niet binnen het goedgekeurde
meerjarenplan. Dit wil zeggen blijft binnen of blijft niet binnen de
financiële grenzen van het meerjarenplan en de opties die genomen werden
bij de besprekingen tussen de gemeente en het CKB.
Voorheen werd
enkel vergeleken met de gemeentelijke bijdrage om te bepalen of een budget
al of niet conform het meerjarenplan was. Nu wordt ook rekening gehouden
met de eventuele verplichtingen die uit het budget kunnen voortvloeien,
waarvan de gemeente eventueel ook financieel de lasten zou moeten dragen.
De aanpassing van
de tekst van het 1ste lid en de opname van het 2de
lid van het artikel vloeien hoofdzakelijk voort uit de verfijning van het
besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen
reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en
van de centrale besturen van de erkende erediensten. Na deze aanpassing
moeten ook de verplichtingen in de boekhouding worden opgenomen.
In het eerste
geval blijft de gemeentelijke toelage in het budget binnen de grenzen van
meerjarenplan. In die situatie neemt de gemeenteraad akte van het budget
binnen een termijn van vijftig dagen (zie Decreet,
art. 48, 1ste lid).
Dit wil zeggen dat
de gemeenteraad de budgetten conform het meerjarenplan de facto moet
aanvaarden.
Mededelingsplicht
De gemeenteraad
licht het CKB, het Kerkbestuur en het erkend representatief orgaan, dit is
de bisschop, van zijn besluit in binnen een termijn van 50 dagen vanaf de
dag na de dag van ontvangst van het budget. Als het budget binnen de
grenzen van het (goedgekeurde) meerjarenplan blijft, dan geldt dezelfde
sanctie wegens gebrek, namelijk de feitelijke goedkeuring van het budget (zie GV boekhouding 22.02.2008, pt. 5.5).
De
mededelingsplicht strekt zich ook uit tot de bijgemeenten. Indien de
bijgemeente niet wordt ingelicht van het aanvaarden van het budget (of bij
gebrek, van het verstrijken van de termijn van 50 dagen) dan kan de
bijgemeente weigeren om zijn (financiële) bijdrage te leveren (zie Decreet, art. 49, § 1, 4de lid en art.
52/1, § 3).
Meerjarenplan als ultiem document
De
toezichtprocedure zoals die door het Eredienstendecreet wordt bepaald,
maakt van het meerjarenplan het ultieme document in de relatie tussen het
gemeentebestuur en de kerkraad.
Zolang de kerkraad
zich aan de in het meerjarenplan vastgelegde opties houdt, neemt het
gemeentebestuur enkel akte van het budget. Er kan in die situatie geen
sprake meer zijn van een niet-goedkeuring of een schorsing van het budget.
Voor de
budgetwijzigingen geldt dezelfde regeling als voor de budgetten (zie GV boekhouding 22.02.2008, pt. 5.5).
Vergelijking met het meerjarenplan en
de toegezegde toelage
In het
2de lid wordt bepaald dat de Vlaamse Regering normen en
richtlijnen kan opleggen waaraan het budget moet voldoen. Deze regelgeving
werd met GV Boekhouding 22.02.2008 grotendeels al opgelegd.
Maar
voegt een zeer belangrijke definitie toe: "Het exploitatiebudget past in het
meerjarenplan als de gemeentelijke toelage niet meer bedraagt dan wat in het
meerjarenplan is goedgekeurd als gemeentelijke toelage."
Dit wil zeggen dat
indien het exploitatiebudget de cijfers van het vermoede meerjarenplan niet
overstijgt, en wanneer het exploitatiebudget de cijfers van de toegezegde
gemeentelijke toelage niet overschrijdt, dat dan de gemeente het
exploitatiebudget zonder meer moet aannemen en goedkeuren.
Verschuivingen van
het ene jaar naar een volgend jaar binnen het meerjarenplan, en van de ene
exploitatiekost naar een andere exploitatiekost zijn echter nog altijd
mogelijk. De enige voorwaarde is dat het exploitatiebudget past binnen de
toegezegde exploitatietoelage(n) van hetzelfde goedgekeurde meerjarenplan.
|