CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

Art. 50/1. (de dwingende en noodzakelijke overheidsopdrachten) 1

De kerkraad kan zonder voorafgaande budgetwijziging over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daartoe een met redenen omkleed besluit neemt.

In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kunnen de voorzitter en de secretaris, die samen optreden, op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Zij brengen de kerkraad daarvan onmiddellijk op de hoogte.

In de gevallen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden de nodige kredieten onmiddellijk ingeschreven door een budgetwijziging. De betaling mag evenwel worden uitgevoerd, zonder de budgetwijziging af te wachten.

Artikel ingevoegd bij Decreet van 06.07.2012 met inwerkingtreding vanaf 01.01.2013.

 

Aanvulling art. 39, 5de lid

 

Dit artikel is een aanvulling van artikel 39neo, 5de lid van het Decreet. Zie daar voor de basisopvattingen.

 

De bevoegdheid om uitgaven te verrichten bij dwingende en spoedvereisende omstandigheden wordt uitgebreid naar de gehele kerkraad toe. Deze mogelijkheid is in artikel 39neo, 5de lid voorbehouden aan de voorzitter en de secretaris die samen handelend optreden.

 

De vormvoorwaarde, namelijk de (goedgekeurde) budgetwijziging moet niet meer afgewacht worden. Maar de kerkraad moet een met redenen omkleed besluit nemen dat nadien wordt onderworpen aan de gemeenteraad volgens de geijkte procedure van art. 50neo van het Decreet.

 

Zonder uitstel handelend optreden

 

De bevoegdheid van de voorzitter en de secretaris die samen handelend optreden wordt echter nog versterkt, wanneer gevreesd moet worden dat elk uitstel dat ontstaat door het bijeenroepen van de kerkraad om een besluit te nemen zoals vermeld onder het 1ste lid, hoe kort het ook zij, bijkomende schade zou kunnen berokkenen.

 

Zoals ook vermeld in art. 39neo, 5de lid van het Decreet, moeten de voorzitter en secretaris hun besluit aan de kerkraad toelichten. Hun beslissing is niet voor betwisting vatbaar door de overige leden van de kerkraad: zij nemen er slechts akte van (zie Decreet, art. 50/1, 2de lid).

 

Toezichthoudende overheid

 

De toezichthoudende overheid (gemeente, provincie, Vlaamse Regering) kunnen echter wel de spoedeisende aard van de omstandigheden onderzoeken, beoordelen en eventueel sanctioneren (zie infra).

 

Fondsen om dringende herstellingen uit te voeren

 

De gelden die nodig zijn om de spoedeisende werken te kunnen betalen, worden in een budgetwijziging ingeschreven. De werken kunnen betaald worden, zonder de goedkeuring van de budgetwijziging af te wachten (zie Decreet, art. 50/1, 3de lid).

 

Indien de kerkraad niet over eigen fondsen beschikt, om de werken (voor) te financieren, dan moeten zij eventueel een overbruggingskrediet aan hun bankinstelling aanvragen. De terugbetaling van dit krediet zal dan door de kerkraad moeten gewaarborgd worden.

 

In realiteit zal met de gemeente, ongeacht de dwingende aard van de werken, overlegd moeten worden. Zelfs een mondelinge toestemming maakt een wereld van verschil.

 

Opportuniteitshandeling

 

Ogenschijnlijk is geen bestraffing van de aangenomen houding door de voorzitter en secretaris of de kerkraad mogelijk, dan de vraagstelling naar de opportuniteit van de genomen beslissing. Wat echter de financiële en administratieve verantwoordelijkheid aangaat, kunnen toch kanttekeningen worden gemaakt.

 

Schorsing en vernietiging

 

Het algemeen administratief toezicht voorziet in een schorsings- en vernietigingstoezicht op de beslissingen van de kerkraad, evenals op de beslissingen van de voorzitter en de secretaris van de raden die voor overheidsopdrachten samen optreden.

 

De uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst worden als het gemeentelijk belang en in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente geschaad worden (zie Decreet, art. 58, § 1, 1ste en 2de lid). De provinciegouverneur kan eveneens de uitvoering schorsen als het besluit de wet schendt of het algemeen belang schaadt (zie Decreet, art. 58, § 2, 1ste lid).

 

De besluiten van de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen optreden bij overheidsopdrachten, kunnen ook geschorst en vernietigd worden op grond van dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad. Omdat die besluiten niet worden opgenomen in de notulen, vangt de toezichttermijn van dertig dagen pas aan de dag na ontvangst van het door de toezichthoudende overheid opgevraagde dossier. Bovendien moet het schorsingsbesluit binnen voormelde termijn aan het bestuur van de eredienst en aan het centraal bestuur worden verstuurd. Die toezichttermijn kan niet gestuit worden.

 

De Vlaamse Regering (zie Decreet, art. 59, 1ste en 2de lid) kan de voormelde besluiten van de voorzitter en de secretaris, die samen optreden, ook vernietigen binnen dezelfde termijn en om dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad, dus wegens het schaden van het gemeentelijk belang, in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente, het schenden van de wet of het schenden van het algemeen belang. De termijn waarbinnen de Vlaamse Regering kan optreden, kan niet worden gestuit (zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera I).

 

© PéDéWé 08.2012. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar Art. 50

Home

Naar Art. 51