Aanvulling art. 39, 5de lid
Dit
artikel is een aanvulling van artikel 39neo, 5de
lid van het Decreet. Zie daar voor de basisopvattingen.
De
bevoegdheid om uitgaven te verrichten bij dwingende en spoedvereisende
omstandigheden wordt uitgebreid naar de gehele kerkraad toe. Deze mogelijkheid
is in artikel 39neo, 5de lid voorbehouden aan de voorzitter en
de secretaris die samen handelend optreden.
De
vormvoorwaarde, namelijk de (goedgekeurde) budgetwijziging moet niet meer
afgewacht worden. Maar de kerkraad moet een met redenen omkleed besluit
nemen dat nadien wordt onderworpen aan de gemeenteraad volgens de geijkte
procedure van art. 50neo van het Decreet.
Zonder uitstel handelend optreden
De
bevoegdheid van de voorzitter en de secretaris die samen handelend optreden
wordt echter nog versterkt, wanneer gevreesd moet worden dat elk uitstel
dat ontstaat door het bijeenroepen van de kerkraad om een besluit te nemen
zoals vermeld onder het 1ste lid, hoe kort het ook zij,
bijkomende schade zou kunnen berokkenen.
Zoals
ook vermeld in art. 39neo, 5de lid van het Decreet, moeten de
voorzitter en secretaris hun besluit aan de kerkraad toelichten. Hun
beslissing is niet voor betwisting vatbaar door de overige leden van de
kerkraad: zij nemen er slechts akte van (zie
Decreet, art. 50/1, 2de lid).
Toezichthoudende overheid
De
toezichthoudende overheid (gemeente, provincie, Vlaamse Regering) kunnen
echter wel de spoedeisende aard van de omstandigheden onderzoeken,
beoordelen en eventueel sanctioneren (zie infra).
Fondsen om dringende herstellingen uit te
voeren
De
gelden die nodig zijn om de spoedeisende werken te kunnen betalen, worden
in een budgetwijziging ingeschreven. De werken kunnen betaald worden,
zonder de goedkeuring van de budgetwijziging af te wachten (zie Decreet, art. 50/1, 3de lid).
Indien
de kerkraad niet over eigen fondsen beschikt, om de werken (voor) te
financieren, dan moeten zij eventueel een overbruggingskrediet aan hun
bankinstelling aanvragen. De terugbetaling van dit krediet zal dan door de
kerkraad moeten gewaarborgd worden.
In
realiteit zal met de gemeente, ongeacht de dwingende aard van de werken,
overlegd moeten worden. Zelfs een mondelinge toestemming maakt een wereld
van verschil.
Opportuniteitshandeling
Ogenschijnlijk
is geen bestraffing van de aangenomen houding door de voorzitter en
secretaris of de kerkraad mogelijk, dan de vraagstelling naar de
opportuniteit van de genomen beslissing. Wat echter de financiële en
administratieve verantwoordelijkheid aangaat, kunnen toch kanttekeningen
worden gemaakt.
Schorsing en vernietiging
Het
algemeen administratief toezicht voorziet in een schorsings-
en vernietigingstoezicht op de beslissingen van de kerkraad, evenals op de
beslissingen van de voorzitter en de secretaris van de raden die voor overheidsopdrachten
samen optreden.
De
uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad kan door het college van
burgemeester en schepenen geschorst worden als het gemeentelijk belang en
in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente geschaad worden (zie Decreet, art.
58, § 1, 1ste en 2de lid). De
provinciegouverneur kan eveneens de uitvoering schorsen als het besluit de
wet schendt of het algemeen belang schaadt (zie
Decreet, art. 58, § 2, 1ste
lid).
De
besluiten van de voorzitter en de secretaris van de raad, die samen
optreden bij overheidsopdrachten, kunnen ook geschorst en vernietigd worden
op grond van dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad.
Omdat die besluiten niet worden opgenomen in de notulen, vangt de
toezichttermijn van dertig dagen pas aan de dag na ontvangst van het door
de toezichthoudende overheid opgevraagde dossier. Bovendien moet het
schorsingsbesluit binnen voormelde termijn aan het bestuur van de eredienst
en aan het centraal bestuur worden verstuurd. Die toezichttermijn kan niet
gestuit worden.
De
Vlaamse Regering (zie Decreet, art. 59, 1ste en 2de
lid) kan de voormelde besluiten van de voorzitter en de
secretaris, die samen optreden, ook vernietigen binnen dezelfde termijn en
om dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de kerkraad, dus
wegens het schaden van het gemeentelijk belang, in het bijzonder de
financiële belangen van de gemeente, het schenden van de wet of het
schenden van het algemeen belang. De termijn waarbinnen de Vlaamse Regering
kan optreden, kan niet worden gestuit (zie
Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera I).
|