Frequentie
De raad vergadert zo dikwijls als nodig en ten minste eenmaal per kwartaal.
Hij wordt vooraf door de voorzitter bijeengeroepen. De bijeenroeping
vermeldt de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda. De raad kan dus niet
bij algemene regel bepalen wanneer wordt vergaderd.
Toepassing artikel 17 van het Decreet
Tijdstip en
Oproepingstermijn
De voorzitter moet bij het bepalen van het tijdstip in redelijkheid
oordelen en rekening houden met de beschikbaarheid van de leden.
De oproeping kan per brief of per elektronische drager. Ze moet ten minste
acht kalenderdagen voor de dag van de vergadering worden verstuurd. In die
termijn zijn de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet
inbegrepen. Er zijn geen afwijkingen mogelijk.
Toepassing artikel 18 en 19 van het Decreet
Agendapunten
Hoewel de voorzitter de agenda vaststelt, kan elk lid, dus ook het
lid van rechtswege, punten aan de agenda toevoegen tot uiterlijk twee
kalenderdagen vóór de vergadering. De raad mag tijdens zijn vergadering
alleen de punten behandelen die op de agenda voorkomen.
De gewoonte om niet vermelde varia-items te behandelen op het
eind van een vergadering doet afbreuk aan dit principe.
Toepassing artikel 18 van het Decreet
Openbaarheid
De vergaderingen van de raad zijn niet openbaar. Dat belet echter
niet dat voor bepaalde agendapunten een deskundige erbij kan worden
geroepen. Die deskundige mag echter niet aanwezig zijn bij de beraadslaging
en de stemming.
Toepassing artikel 21 van het Decreet en Omzendbrief
BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera B, punt 1.3
Aanwezigheidsquorum
De raad kan slechts geldig beraadslagen als de meerderheid van de
zittinghebbende leden aanwezig is. Zittinghebbende leden zijn leden die het
mandaat van lid van de raad bezitten, hetzij als verkozen of aangesteld
lid, hetzij als lid van rechtswege.
De meerderheid wordt dan gevormd door het aantal leden te delen door
2 en het resultaat af te ronden naar de hogere eenheid. In principe zijn er
5 verkozen (aangestelde) leden en 1 representatief vertegenwoordiger,
hetzij (5 + 1) / 2 = 3 + 1 = 4.
Als bij een eerste bijeenroeping niet beraadslaagd kan worden omdat
het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt, kan de raad na een tweede
bijeenroeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, toch beraadslagen en
besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
Toepassing artikel 19 van het Decreet en Omzendbrief 2008 / 01 dd 22.02.2008, deel III, pt. 4
Besluit bij
volstrekte meerderheid
De besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Bij
staking van stemmen is het voorstel verworpen. Het is niet het aantal
aanwezige leden dat bepalend is voor de berekening van de vereiste
meerderheid, maar het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
Toepassing artikel 22 van het Decreet
De
meerderheid wordt berekend op het totaal geldig uitgebrachte stemmen, dit
wil zeggen dat ongeldige stemmen of blanco stemmen worden niet meegenomen
in de berekening. De volstrekte meerderheid wordt bereikt, wanneer de helft
+ 1 van de geldig uitgebrachte stemmen wordt uitgebracht. Dit totaal wordt
eventueel afgerond naar de hogere eenheid.
Toepassing artikel 18 van het Decreet en
Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005, Littera A, pt. 1.2, in fine
2de
Vergadering
Als bij een eerste bijeenroeping niet beraadslaagd kan worden omdat
het aanwezigheidsquorum niet werd bereikt, kan de raad na een tweede
bijeenroeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, toch beraadslagen en
besluiten over de punten die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
De
kerkraad kan tijdens de 2de vergadering slechts de agendapunten
behandelen die zowel in de 1ste als in de 2de
oproepingsbrief werden vermeld. Indien er in de 2de
oproepingsbrief agendapunten zouden voorkomen die niet in de 1ste
oproepingsbrief werden vermeld, dan moet voor deze punten gehandeld worden
volgens en met het quorum zoals bepaald in de 1ste lid van het
artikel 19.
Geldige stemmen
Wat zijn nu geldige stemmen? Geldige stemmen zijn stemmen die aan de
vormvoorwaarden van de stemming voldoen. Het kan een voorstem of een
tegenstem zijn, maar geen blanco of een onthouding. Indien er in het geheim
moet gestemd worden, dan mag het geheim niet geopenbaard worden (zie Decreet, art. 7, § 2 en art. 27, 1ste
lid).
Bij mandaatverkiezingen moet afzonderlijk per mandaat gestemd worden
(zie Decreet, art. 12, 27 en 28).
Toepassing artikel 22 van het Decreet
Deskundige
Bij de behandeling van bepaalde agendapunten kan een deskundige
erbij geroepen worden. Die deskundige mag echter niet aanwezig zijn bij de
beraadslaging en de stemming.
Toepassing artikel 21 van het Decreet
Andere
mandaathouders
Leden van de kerkraad die ook andere mandaten of functies uitoefenen
(gemeenteraadslid, voorzitter van het OCMW-bestuur, burgemeester, lid van
het Centraal Kerkbestuur), alsook leden die een persoonlijk, familiaal of
professioneel belang hebben, rechtstreeks of onrechtstreeks, al of niet
strijdig met de belangen van de kerkraad, moeten de vergadering verlaten
bij de behandeling van deze agendapunten of zich onthouden op te treden.
Toepassing artikel 20 van het Decreet
Expert van het
centraal kerkbestuur
De expert van het centraal kerkbestuur is een volwaardig lid van dit
bestuur. Hij neemt dus deel aan de besluitvorming.
Geen expert of meerdere experten aanstellen is in strijd met de
bepalingen van het decreet. De samenstelling van het centraal bestuur is
decretaal bepaald, zodat hier niet kan worden afgeweken. Het ontbreken van
een expert heeft tot gevolg dat de raad van het centraal bestuur niet
geldig is samengesteld, met mogelijks gevolgen voor de geldigheid van
vergadering, beraadslagingen en beslissingen.
In de regel oefenen de leden van (de lokale raden en) de centrale
besturen hun taak onbezoldigd uit. De aangestelde expert is lid van het
centraal kerkbestuur. Het behoort tot de autonomie van het centraal bestuur
om uit te maken of de aangeduide expert moet worden vergoed voor zijn/haar
geleverde prestaties, weliswaar in overleg met de betrokken gemeente.
De expert kan niet worden beschouwd als opdrachthouder in het kader
van de wetgeving op de overheidsopdrachten, zodat hij/zij geen facturen kan
voorleggen voor geleverde prestaties. De problematiek van het
handelsregister is hier dan ook niet aan de orde.
Toepassing van artikel 26 van het Decreet
Verbodsbepalingen
Indien agendapunten behandeld worden waarbij één van de leden andere
(tegenstrijdige) belangen zou hebben, dan waakt de kerkraad over de
integriteit van de besluitvorming.
§ het deelnemen aan
besprekingen of stemmingen met een rechtstreeks of onrechtstreeks (via
bloed- of aanverwantschap) en persoonlijk belang;
§ het als advocaat
of notaris tegen bezoldiging optreden voor of tegen het bestuur van de
eredienst. Kosteloos optreden kan wel;
§ het rechtstreeks of
onrechtstreeks deelnemen aan overeenkomsten zoals een pachtovereenkomst of
een overheidsopdracht. Zo kan een lid niet zelf of via een tussenpersoon
goederen verkopen aan of kopen van het bestuur van de eredienst.
Deze verbodsbepalingen zijn geďnspireerd op bepalingen in andere
organieke regelgevingen voor lokale besturen. Voor het definiëren van het
rechtstreekse en persoonlijk belang kan bijgevolg verwezen worden naar de
geldende rechtsleer en rechtspraak. Hieruit volgt dat een aantal
voorwaarden gelijktijdig vervuld moeten zijn:
§ het voor- of
nadeel moet materieel en in geld waardeerbaar zijn, hetzij een verregaand
moreel belang betreffen;
§ er moet een
oorzakelijk verband zijn tussen de beslissing en het voor- of nadeel;
§ het belang moet
actueel zijn;
§ het belang moet
individueel zijn.
Toepassing van artikelen 18, 19 en 20 van het
Decreet
Schorsing en / of
vernietiging
Het algemeen administratief toezicht voorziet in de schorsing en /
of de vernietiging van de beslissingen van de kerkraad, alsmede van de
beslissingen van de voorzitter en de secretaris die voor
overheidsopdrachten samen optreden.
Besluit Kerkraad /
CKB
De uitvoerbaarheid van de besluiten van de raad kan door het college
van burgemeester en schepenen geschorst worden als het gemeentelijk belang
en in het bijzonder de financiële belangen van de gemeente geschaad worden
(zie Decreet, Art. 58, § 1, 1ste
en 2de lid). De provinciegouverneur kan eveneens de
uitvoering schorsen als het besluit de wet schendt of het algemeen belang schaadt
(zie Decreet, Art. 58, § 2, 1ste
lid).
Toepassing artikel 58 van het Decreet
Besluit van de
Voorzitter en de Secretaris die samen optreden
De besluiten van de voorzitter en de secretaris van de kerkraad, die
samen optreden bij overheidsopdrachten, kunnen ook geschorst en vernietigd
worden op grond van dezelfde redenen die gelden voor de besluiten van de
kerkraad, dus wegens het schaden van het gemeentelijk belang, in het
bijzonder de financiële belangen van de gemeente, het schenden van de wet of
het schenden van het algemeen belang.
Omdat die besluiten niet worden opgenomen in de notulen, vangt de
toezichttermijn van dertig dagen pas aan op de dag na de dag van ontvangst
van het door de toezichthoudende overheid opgevraagde dossier. Bovendien
moet het schorsingsbesluit binnen voormelde termijn aan het bestuur van de
eredienst en aan het centraal bestuur worden verstuurd.
De Vlaamse Regering (zie Decreet, Art. 59, 1ste en 2de lid) kan de
voormelde besluiten van de voorzitter en de secretaris, die samen optreden,
ook vernietigen binnen dezelfde termijn en om dezelfde redenen die gelden
voor de besluiten van de kerkraad, dus wegens het schaden van het
gemeentelijk belang, in het bijzonder de financiële belangen van de
gemeente, het schenden van de wet of het schenden van het algemeen belang.
De termijn waarbinnen de Vlaamse Regering kan optreden, kan niet worden
gestuit (zie Omzendbrief BA 2005/01 dd 25.02.2005,
Littera I).
Toepassing
artikel 57, 58, 59, en 60 van het Decreet
|