Niet-openbaar
De vergaderingen van de raad zijn niet openbaar. Dat belet
echter niet dat voor bepaalde agendapunten een deskundige erbij kan worden
geroepen. Die deskundige mag echter niet aanwezig zijn bij de beraadslaging
en de stemming (Omzendbrief BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera B, punt 1.3). De
vergaderingen van de kerkraad hebben aldus een besloten karakter.
De niet-openbaarheid van de
vergaderingen brengt met zich mee dat de notulen van de kerkraad ook niet
direct openbaar zijn.
De overheden en de besturen van de
overheden aan wie de notulen worden doorgestuurd moeten het besloten
karakter van de notulen evenzeer bewaren en in acht nemen.
Publieke
gevolgen
Maar hoewel de besluitvorming niet
publiek is, zijn de gevolgen ervan wel publiek. Alle besluiten worden
immers in de notulen opgenomen die aan de toezichthoudende overheden (Stad,
Provincie en Bisschop) worden toegestuurd. Deze besluiten worden in de
gemeente- of provincieraden publiekelijk besproken. De notulen zijn aldus
indirect openbaar.
Openbaarheid
van bestuur
De notulen van de vergadering zijn
overigens bestuursdocumenten die onderworpen zijn aan de regelgeving
betreffende openbaarheid van bestuur (zie hier
Decreet van 26 maart 2004 betreffende de
openbaarheid van bestuur en zie hier voor
de omzendbrief i.v.m. de Openbaarheid van bestuur, 01.12.2006).
Discretieplicht
De leden van de kerkraad zijn tot
discretie gehouden. Dit houdt in dat zij de besproken agendapunten niet
openbaar mogen maken aan derden, tenzij de bekendmaking als bewijs moet
dienen van zaken waarvan men kennis had.
Beroepsgeheim
De discretieplicht onderscheidt zich
van het beroepsgeheim door het feit dat een beroepsgeheim nooit mag onthuld
worden, tenzij er strafbare feiten werden gepleegd. Het beroepsgeheim legt
dus een zwijgplicht op. Indien men er zich niet
aan houdt, kunnen strafrechtelijke sancties opgelegd worden. Zie daartoe
Strafwetboek, art. 458:
Art. 458. Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid,
apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun
staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en
deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of
voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en
buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken,
worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met
geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderd [euro].
In principe valt alle informatie,
belangrijk of onbelangrijk, onder de toepassing van het beroepsgeheim. De
inhoud bepaalt niet of het gaat om een geheim, maar wel of de informatie of
de feiten reeds bekend zijn aan derden. De vorm
waarin de informatie werd gegeven, speelt evenmin een rol. Alle informatie,
mondeling of schriftelijk, die gegeven werd aan personen die gebonden zijn
door een zwijgplicht, is geheim.
De discretieplicht is ruimer dan het
beroepsgeheim. Het gaat immers over het geheel van informatie die men
verkrijgt uit hoofde van zijn ambt of functie. Er
zijn geen strafrechtelijke sancties voorzien. Maar de persoon die zich
geschaad voelt kan een burgerlijke procedure aanspannen en vergoeding
vragen voor het ondergane nadeel. Discretieplicht wordt overigens door veel
administratieve reglementeringen aan de medewerkers opgelegd.
Aanwezigen
Alleen aangestelde of verkozen leden kunnen deelnemen aan de
beraadslaging en de stemming van de kerkraad. De leden van de kerkraad zijn
opgesomd in artikel 5 van het Decreet: de vijf verkozen leden en de door het erkend
representatief orgaan aangestelde verantwoordelijke van de parochie of zijn
vervanger.
Dat belet echter niet dat voor bepaalde agendapunten een
deskundige erbij kan worden geroepen. Die deskundige mag echter niet
aanwezig zijn bij de beraadslaging en de stemming (Omzendbrief BA-2005/01 dd 25.02.2005, littera B, punt 1.3).
Een burgemeester kan slechts aan de vergaderingen van de
kerkraad deelnemen als hij een volwaardig lid van de kerkraad is . Hij moet
aldus voldoen aan de
verkiesbaarheidvoorwaarden (zie Decreet, art. 9) en de onverenigbaarheden (zie Decreet, art. 16) , om als lid verkozen te worden in de kerkraad.
Wat het overleg aangaat met de gemeentelijke overheid (zie Decreet, art. 33) zal
hij zich moeten beraden over zijn eventuele deelname aan de afvaardiging
van de gemeenteoverheid. Hij kan immers in een conflictsituatie terecht
komen als voorzien in artikel 20 van het Decreet (Standpunt van de permanente werkgroep erediensten; datum
validatie 13/10/2005).
|