CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD

 

Biezekapelstraat 4 te 9000 Gent

 

HOOFDSTUK 4. Opdracht en bevoegdheden van de bevoegde instantie

 

Artikel 18. Opdracht van de bevoegde instantie

 

De bevoegde instantie die de Vlaamse Regering aanwijst, controleert:


1° of de lokale geloofsgemeenschappen de verplichtingen, vermeld in artikel 7 en 8, tweede lid, naleven tijdens de wachtperiode, vermeld in artikel 10, en in voorkomend geval verlengd, conform artikel 14, § 3;


2° of de lokale geloofsgemeenschappen de verplichtingen, vermeld in artikel 7, met uitzondering van punt 10° en 11°, naleven tijdens de procedure, vermeld in artikel 67, § 1;


3° of de besturen van de eredienst blijvend voldoen aan de verplichtingen, vermeld in hoofdstuk 3 van dit decreet.


Op verzoek van de toezichthoudende overheid kan de bevoegde instantie de nodige informatie opvragen en informatie verstrekken over de besturen van de eredienst in het kader van het blijvend voldoen aan de verplichtingen, vermeld in het decreet van 7 mei 2004.

 

De bevoegde instantie mag tijdens de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, de aan de gang zijnde eredienst niet verstoren of onderbreken.

 

 

Bevoegde instantie

Het Erkenningsdecreet richt de bevoegde instantie van de Vlaamse Regering niet in.

Maar de Vlaamse Regering heeft daartoe een toezichtinstantie opgericht met haar Besluit van 10 december 2021. Zij geeft een toezicht- en controleopdracht aan de Informatie- en Screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen van het Agentschap Binnenlands Bestuur (zie E.Art. 18, 1ste lid). Verkort : ISD.

Op 29 december 2021 is het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de bevoegde instantie, vermeld in artikel 18 van het Erkenningsdecreet Lokale geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dat betekent dat dit besluit in werking treedt op 29 december 2021.

Opdracht van de Vlaamse Informatie- en Screeningsdienst

1.      Het is de taak van de Vlaamse Informatie- en Screeningsdienst om de besturen van de eredienst permanent op te volgen en mogelijke tekortkomingen te detecteren en te onderzoeken.

2.      Alsook gaat deze dienst tijdens de wachtperiode vermeld in E.Art. 10, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig E.Art. 14, § 3, de erkenningzoekende lokale geloofsgemeenschappen opvolgen.

3.      De bevoegde instantie controleert zowel de naleving van de verplichtingen opgenomen in het Erkenningsdecreet, alsook de naleving van de verplichtingen opgenomen in het Eredienstendecreet.

Deze controle reikt niet verder dan noodzakelijk en vrijwaart steeds het grondwettelijk gewaarborgd recht op vrijheid van eredienst.

Permanente opvolging

De Vlaamse Informatie- en Screeningsdienst volgt de besturen van de Eredienst gedurende gans hun bestaan voortdurend op. Zij onderzoekt de correcte toepassing van E.Art. 7 en E.Art. 8, 2de lid.

Dit is geen toezicht op administratieve tekortkomingen. Deze worden immers opgevolgd door de gewone toezichthouders, namelijk de Steden, de Provincies, de Gouverneur via de Vlaamse Administratie Binnenlands bestuur, de Bisschop. Maar in eerste instantie door het Centraal Kerkbestuur wanneer zij haar toezicht- en verzameltaken uitvoert in toepassing van het Eredienstendecreet, art. 32.

Het gaat hier niet over het algemeen administratief toezicht dat de toezichthoudende overheid de mogelijkheid geeft om beslissingen van de bestuursorganen van de besturen van de eredienst te schorsen of te vernietigen. Zie daartoe Eredienstendecreet, art. 58, art. 59 en art. 62.

Toezicht houden op lokale geloofsgemeenschappen en op besturen van de eredienst

Vooreerst worden de lokale geloofsgemeenschappen tijdens de wachtperiode van E.Art. 10 en ook de verlengde wachtperiode opgenomen in E.Art. 14, § 3 bedoeld (zie E.Art. 18, 1ste lid, 1°).

Dan worden de lokale geloofsgemeenschappen bedoeld die reeds een erkenningsaanvraag hadden ingediend vóór 01 juli 2019. Daarvoor wordt een bijzondere aanpassingsperiode ingericht voorzien in E.Art. 67, § 1 (zie E.Art. 18, 1ste lid, 2°).

Ten slotte, worden de erkende besturen van de eredienst gedurende hun ganse bestaan opgevolgd omtrent de correcte toepassing van het hoofdstuk 3 van het Erkenningsdecreet. Dit wil zeggen, toezicht op de correcte toepassing van E.Art. 16 omtrent de bestuurlijke en administratieve verplichtingen en E.Art. 17 aangaande de financiële onafhankelijkheid.

Toezicht houden op de correcte toepassing van het Eredienstendecreet

De bevoegde instantie, dit is de Informatie- en Screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen van het Agentschap Binnenlands Bestuur, houdt toezicht op de correcte toepassing van het Eredienstendecreet (zie E.Art. 18, 2de lid).

De bevoegde instantie moet kunnen verifiëren dat de informatie die de erkenningszoekende lokale geloofsgemeenschappen en de besturen van de eredienst meedelen correct en volledig zijn.

Het initiatief gaat echter uit van de toezichthoudende Overheid. Dit zijn onder andere de Vlaamse Overheid, de gemeenten en de provincies, maar ook het representatief orgaan, de bisschop (MvT, pp. 11 en 12 en E.Art. 13, 1ste en 2de lid). Deze overheid draagt de Informatie- en Screeningsdienst op om de besturen van de Eredienst op te volgen bij vermoedelijke tekortkomingen die door één van deze derden werden vastgesteld.

Deze tekortkomingen kunnen onder andere blijken uit de schorsing of de vernietiging van de door het Bestuur van de Eredienst genomen besluiten of van leden van een dergelijk bestuur (zie Eredienstendecreet, art. 58, art. 59 en art. 62). Deze schorsingen of vernietigingen moeten onmiddellijk aan de toezichthoudende instantie meegedeeld worden.

Beperking van het toezicht

Bij het uitoefenen van het toezicht moet er steeds rekening gehouden worden met het recht op vrijheid van de eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan en de organisatorische autonomie van godsdienstige geloofsgemeenschappen, die gewaarborgd worden door de Grondwet en door de internationale mensenrechtenverdragen (zie MvT, p. 13).

De uitoefening van het fysieke toezicht wordt beperkt. In geen geval mag een controletoezicht ter plaatse de aan gang zijnde eredienst verstoren (zie E.Art. 18, 3de lid).

De personeelsleden van de bevoegde instantie hebben niet de bevoegdheid om gebouwen of ruimten te betreden die bestemd zijn als private woning ongeacht wie deze woning betrekt (de bedienaar van de eredienst of andere personen) (zie MvT, pp. 14 en 24).

Voorbeeld van een toezichtopdracht

De Vlaamse Minister van Samenleving, Bart Somers, eist een correcte toepassing van de erkenningscriteria voorzien in E.Art. 7 en E.Art. 16. Hij zal / heeft de ISD opdracht (ge)geven de erkenningscriteria van sommige door Turkije gesteunde, lokale geloofsgemeenschappen te toetsen. Hierbij een krantenartikel.

 

 

© PéDéWé 03.2022. Hoewel de teksten in de groene kaders hoofdzakelijk gebaseerd zijn op wetteksten, decretale verordeningen en omzendbrieven, is de interpretatie die er aan wordt gegeven een persoonlijk standpunt dat noch de Vlaamse Regering en haar administratie(s), noch de burgerlijke overheden en haar administratie(s), noch de kerkelijke overheid en haar instelling(en) verbindt.

 

Naar E.Art. 17

Home

Naar E.Art. 19