Welke samenvoeging?
Dit artikel maakt een onderscheid tussen de samenvoegingen die
voorgesteld zijn vóór 29.12.2021, en deze vanaf 29.12.2021 (MvT, p. 68).
Welke procedurebasis?
De procedure die gevolgd wordt, is deze die door de Vlaamse Regering
voorzien werd in het Besluit van 30.09.2005 houdende vaststelling van de
criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en
geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, artikelen 7/4 tot en met
7/6, en mits toepassing van de artikelen 4/3 tot en met 4/11 van het Eredienstendecreet.
Art. 7/4, 7/5 en 7/6
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 7
van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende
vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en
geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten.
Artikel 7/4
Om twee of meer erkende plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschappen samen te kunnen voegen, moet de aanvrager een
gemotiveerde aanvraag met een ter post aangetekende brief indienen bij de
Vlaamse Regering.
Het dossier voor de aanvraag moet tenminste de volgende
inlichtingen en stukken bevatten :
1° de beslissing volgens de eigen regelgeving van de eredienst
in kwestie, waarbij de erkenning van de entiteit of entiteiten van de
eredienst, toegekend volgens die eigen regelgeving, wordt opgeheven en
waarbij die entiteit of entiteiten worden samengevoegd met een andere
erkende entiteit;
2° een duidelijke beschrijving van de oorspronkelijke
gebiedsomschrijving van de samen te voegen plaatselijke kerk- en
geloofsgemeenschappen en de gebiedsomschrijving van de samengevoegde
plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap(pen), voor zover mogelijk met
plan;
3° een motivering van de samenvoeging door de aanvrager;
4° het advies van het bestuursorgaan van de samen te voegen
erkende plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschappen;
5° de opgave van alle gemeenten of provincies die bijdragen
aan het budget van de erkende plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap, met
vermelding van de eventuele verdeelsleutel;
6° een geactualiseerde inventaris van de goederen en de staat
van het vermogen van de samen te voegen erkende plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschappen, op basis van de laatste jaarrekening en eventueel
aangevuld met mogelijke latere wijzigingen.
Artikel 7/5
§ 1. De Vlaamse Regering stuurt een afschrift van de aanvraag
aan de Minister van Justitie.
§ 2. Voor de Vlaamse Regering haar beslissing neemt over de
wijziging van de gebiedsomschrijving van de erkende plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschap, wint ze het advies in van de gemeenteraden of de
provincieraden, vermeld in artikel 7/4, tweede lid, 5°.
Als de gemeenteraad of provincieraad zijn advies niet naar de
Vlaamse Regering heeft gestuurd binnen een termijn van vier maanden nadat
de Vlaamse Regering hem de vraag om advies heeft toegezonden, wordt de
gemeenteraad of de provincieraad geacht een gunstig advies over de
wijziging van de gebiedsomschrijving te hebben uitgebracht.
Artikel 7/6
Het besluit van de Vlaamse Regering bevat in voorkomend geval
de gewijzigde verdeelsleutel van de kosten tussen de openbare besturen die
betrokken zijn bij grensoverschrijdende plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschappen, na het inwinnen van hun advies ter zake. Dat besluit
bevat daarnaast de geactualiseerde inventaris van de goederen en de staat
van het vermogen van de samen te voegen erkende plaatselijke kerk- of
geloofsgemeenschappen.
De Vlaamse Regering brengt, met een ter post aangetekende
brief, de aanvrager op de hoogte van dat besluit. Ze stuurt ook een
afschrift ervan aan de minister van Justitie, aan de betrokken erkende
plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschappen en, naargelang van het geval,
aan de betrokken gemeenten of provincies.
Verder verloop
Eens een samenvoegingsprocedure opgestart is op basis van de oude
wetgeving, blijft de verdere afhandeling de oude wetgeving volgen.
Verwijzing naar het Eredienstendecreet
Volgende artikelen worden geciteerd en zijn te raadplegen in het
Eredienstendecreet:
4/3
|
de
samenvoeging van parochies
|
4/4
|
de
eindestelling van de kerkfabrieken en van de mandaten van samengevoegde
parochies; gevolgen voor het centraal kerkbestuur
|
4/5
|
de
aanduiding van de leden van de nieuwe kerkfabriek door het erkend representatief
orgaan
|
4/6
|
de
beperking van de handelingsbevoegdheid van de kerkraden van de samen te
voegen parochies tijdens de overgangsperiode
|
4/7
|
de
overdracht van de roerende goederen aan de nieuwe kerkfabriek
|
4/8
|
de
overdracht van de onroerende goederen aan de nieuwe kerkfabriek
|
4/9
|
de
voortzetting van de rechten en plichten door de nieuwe kerkfabriek
|
4/10
|
de
voortzetting van de gegunde overheidsopdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten door de nieuwe kerkfabriek
|
4/11
|
het
einde van het financieel beheer van de samengevoegde kerkfabriek; het
begin van het financieel beheer door de nieuwe kerkfabriek
|
|